ChatGPT in de les, hoe zat het ook alweer?
Sinds de introductie van ChatGPT en Bard, leeft de vraag hoe we met chatbots omgaan in ons onderwijs. Aan het begin van het jaar kregen alle studenten twee mails met de eerste informatie. Ondertussen zijn we natuurlijk verder gegaan met het ontwikkelen van manieren om om te gaan met AI in de les. Wat is de huidige gang van zaken binnen de faculteit? Hieronder zetten we het op een rijtje.
GenAI en ChatGPT
Generatieve AI (GenAI) is een vorm van artificiële intelligentie die nieuwe content kan creëren, zoals afbeeldingen, video's, audio en tekst. Een voorbeeld hiervan is de chatbot ChatGPT. GenAI genereert nieuwe en unieke output op basis van een prompt (opdracht of vraag) van een gebruiker door analyse van grote hoeveelheden bestaande data.
Wanneer mag je GenAI gebruiken tijdens je studie?
Studenten mogen gebruik maken van GenAI als de docent aangeeft dat dit mag. Je moet je houden aan de regels van de docent, bijvoorbeeld hoe het wel en niet gebruikt mag worden en hoe ernaar gerefereerd moet worden. De docent beslist dit vaak aan de hand van de beoogde leeruitkomsten. Als schrijfvaardigheid verbeteren een cursusdoel is mag je niet je geschreven tekst laten controleren door een chatbot, maar dit is wel een mogelijkheid als de cursusdoelen niet over schrijven gaan.
Let op: je blijft altijd zelf verantwoordelijk voor alles wat je inlevert, controleer je werk dus goed en ga met zorg om met gegenereerde data.
Hoe kan GenAI je helpen met studeren?
- Laat de chatbot vragen voor je verzinnen om jezelf te overhoren over de leerstof.
- Laat je door de chatbot inspireren met voorstellen voor de opzet van je essay.
- Laat de chatbot teksten samenvatten om te controleren of je de kern goed hebt gegrepen.
» Lees meer over chatbots als studiehulp
» Lees meer over de (on)mogelijkheden van chatbots
Gegeneerde tekst inleveren onder je eigen naam is fraude
Lever je een tekst in onder je eigen naam, maar is de tekst door een chatbot gegenereerd? Dan wordt dit beschouwd als fraude. In artikel 5.15 van het Onderwijs- en Examenreglement lees je hoe de examencommissie hiermee omgaat.
Vermoedt een docent dat je een ingeleverde tekst niet (helemaal) zelf hebt opgesteld maar dat je een chatbot hebt gebruikt, terwijl niet was aangegeven dat dit mocht? Dan kan je worden uitgenodigd voor een gesprek. Als dit gesprek de vermoedens van de docent bevestigt, dan draagt deze de zaak over aan de examencommissie. Ook zonder vermoedens kan een docent met jou en andere (willekeurig geselecteerde) studenten in gesprek gaan over de totstandkoming van een ingeleverde tekst. Het gesprek is dan een manier om steekproefsgewijs een check te doen op mogelijke fraude.