Renates verhaal

Renate (22) is student Social Policy and Public Health aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast is ze coördinator bij Platform Onbeperkt Studeren. Als student is ze veel bezig geweest met haar CV: “Maar dat zou ik nu echt anders doen.”

Wat betekent falen voor jou?

“Falen betekent voor mij in zekere zin dat je iets niet goed hebt gedaan. Dat kan iets heel kleins zijn, maar ook iets heel groots. In theorie zeggen mensen altijd dat je mag falen, maar ik heb ook ervaren dat niet altijd de ruimte is om te falen. Op het moment dat het een keer niet goed gaat of dat je een fout maakt, is er niet altijd de tijd en ruimte om dat te herstellen, of het kost je veel energie.”

Heb je ook het idee dat je het er vervolgens met vrienden of familie over kan hebben?

“Die ruimte is er over het algemeen wel. Maar ik merk gewoon dat het heel weinig gebeurt. Soms is er iets wat je zou willen bespreken, maar dan voelt die drempel toch te hoog. Ik heb nog niet het idee dat het genormaliseerd is. We leven natuurlijk in een gigantische prestatiemaatschappij. Ik spreek om de haverklap studenten die het gevoel hebben dat ze hun CV moeten opkrikken met alle mogelijke bijbanen.”

Als ik erop terugkijk, is het eigenlijk absurd geweest.

Ja, je hoort vaak ‘Doen, staat goed op je CV’ terwijl mensen daar misschien helemaal niet de ruimte of energie voor hebben.

“Dat hoor ik zo vaak. Maar heel eerlijk, ik heb daar ook een handje van. Een groot deel van mijn studie heb ik twee of drie banen tegelijk gehad. Als ik erop terugkijk, is het eigenlijk absurd geweest. Ik heb weinig het gevoel gehad dat ik echt student heb kunnen zijn. Daar heb ik heel veel van geleerd, maar met de kennis die ik nu heb, zou ik de volgende keer een andere keuze maken. Ik heb mezelf echt wel leren kennen, maar soms ook ten koste van mezelf en daarom zou ik het nu anders doen.”

Denk je dat iets als het Faal Festival gaat helpen om het gesprek over falen en de prestatiemaatschappij breder te openen?

“Sowieso, het is zeker een eerste stap die we met elkaar moeten zetten. We moeten iets tegen die prestatiemaatschappij gaan doen. Ik kijk er heel erg naar uit om tijdens het Faal Festival het gesprek aan te kunnen gaan over falen. Ik merk bijvoorbeeld bij mezelf dat bij falen veel spanning komt kijken, zeker achteraf. Het zou interessant zijn om te leren hoe je vervolgens met deze spanning om kan gaan.”

Zijn er momenten van falen waarbij je extra spanning hebt gevoeld?

“Tijdens mijn middelbare schoolperiode heb ik alles rondom bèta gedaan. Ik deed U-talent, al mijn keuzevakken waren gericht op extra bèta, dus ook tijdens het oriënteren voor mijn studiekeuze was ik alleen bezig met bèta-opleidingen. Uiteindelijk kwam ik erachter dat Natuur- en Sterrenkunde niks voor mij was, maar ik had alle bèta-opleidingen helemaal uitgeplozen, dus ik wist niet meer goed wat ik dan wilde doen. Gelukkig kwam ik bij Interdisciplinary Social Sciences terecht, daar heb ik uiteindelijk veel geleerd, maar het voelde zeker in het begin als falen, omdat ik ineens niet meer wist wat ik wilde. 

Daarnaast ligt er bij vrouwen best wel een druk om een bèta-opleiding te doen, aangezien er binnen die faculteit nog altijd minder vrouwelijke studenten zijn. Dus het voelde meteen alsof ik het als vrouw zijnde ook niet goed deed. Dat werd voor mijn gevoel bevestigd toen ik gevraagd werd een interview te doen over het switchen van faculteit. Ik werd daarvoor benaderd, maar toen zij erachter kwamen dat ik juist als vrouw wegging bij de bètafaculteit, wilden ze me niet meer spreken, omdat ze de bèta-opleidingen juist wilden promoten bij vrouwen. Toen ik toelichting vroeg om dat gesprek aan te kunnen gaan en ik geen reactie meer kreeg, werd mijn gevoel van falen enkel meer bevestigd. Door meer op mijn plek te zitten bij mijn nieuwe studie, heb ik uiteindelijk met plezier mijn bachelor gehaald.”