Sociaal ondernemerschap: een brede economie, bestuur en organisatie
Hoewel sociaal ondernemerschap ‘in’ is, is dit in de praktijk geen eenvoudige zaak. Het vergt relevante kennis en inzicht vanuit ondernemers en ook vraagt het om vernieuwende vormen van beleid en sturing bij overheden. Dit betekent dat degenen die zich in de praktijk met sociaal ondernemerschap bezighouden specifieke kennis nodig hebben. Denk aan maatschappelijke innovatie, investeringen en meting van sociale impact, het ontwikkelen van een bedrijfsmodel, de passende rechtsvorm voor een organisatie, en het creëren van een innovatieve organisatiecultuur die goed aansluit bij de missie.
De kern van deze minor wordt verzorgd door de departementen Economie en Bestuur en Organisatie. Zij hebben bij uitstek de kennis in huis om je kennis op het gebied van sociaal ondernemerschap bij te brengen omdat deze vorm van ondernemerschap inzichten vraagt in (bedrijfs)economische processen en dynamieken in bestuur en organisatie. De minor maakt daarnaast nadrukkelijk gebruik van de kennis binnen het UU platform ‘Bottom-up Initiatives for Societal Change’, onderdeel van het overkoepelende onderzoeksthema Institutions for Open Societies.
Voorbeelden
Sociale ondernemingen combineren sociale doelstellingen met een commercieel bedrijfsproces: commerciële activiteiten zijn geen doel op zich, maar een middel om publieke waarde te creëren. Denk bijvoorbeeld aan Tony’s Chocolonely, brouwerij Maximus of horecabedrijf The Colour Kitchen: Tony’s Chocolonely is een bedrijf dat lekkere chocola maakt, The Colour Kitchen verzorgt een restaurant en catering en de Utrechtse brouwerij Maximus maakt goed bier.
Maar het maken van winst staat niet centraal bij deze bedrijven. Het doel van Tony’s Chocolonely is om ervoor te zorgen dat alle chocola zonder de ergste vormen van kinderarbeid wordt geproduceerd. Brouwerij Maximus en The Colour Kitchen zijn voorbeelden van een leerwerkbedrijf dat mensen die nooit óf lang niet hebben gewerkt (maar dat wel graag willen) begeleidt naar een reguliere baan. Winst en publieke waarden zijn voor deze bedrijven niet strijdig maar horen bij elkaar.
Wél leidt het tegelijkertijd bedienen van belanghebbenden die zich op beide aspecten richten tot spanningen: hoe ga je hiermee om als ondernemer, welke keuzes maak je en hoe kan je als professional de beweging van sociaal ondernemerschap vanuit je organisatie verder stimuleren? De Nederlandse overheid heeft, mede op basis van UU-onderzoek, aangekondigd dat sociaal ondernemerschap verder gestimuleerd wordt. Dit gebeurt onder meer via de introductie van de BVm, een wettelijke regeling die ondernemers de mogelijkheid biedt te kiezen voor een maatschappelijke BV.