Stage
Om in de praktijk te ervaren hoe het is om docent te zijn, loop je stage op een school of verschillende scholen in het voortgezet onderwijs. Het beroepsvoorbereidende deel van de opleiding bestaat voor de helft uit het opdoen van praktijkervaring, middels twee stages: Professional in Praktijk 1 (PiP1), bestaande uit PiP1a en PiP1b (in totaal 20 EC) en Professional in Praktijk 2 (PiP2, 10 EC). Op deze pagina vind je informatie over onze praktijkcursussen, stagescholen en stageplaatsing.
Binnen deze cursus doe je ervaring op in de schoolpraktijk. Op de universiteit wissel je ervaringen uit en bepaal je op welke manier je jezelf kan en moet ontwikkelen als docent. Het grootste deel van de cursus vindt echter plaats op de praktijkschool. Je loopt tijdens deze cursus stage in de onderbouw.
Op school word je begeleid door een stagebegeleider; dit is een docent die hetzelfde schoolvak geeft. Verder is er minimaal één keer een lesbezoek van de docent van deze cursus.
Ook zijn er wekelijkse bijeenkomsten op de universiteit op de maandagen, in een vaste groep, waarin je samen met je medestudenten werkt aan jouw eigen professionele ontwikkeling. De cursus wordt afgesloten met een praktijkdossier.
Er wordt van je verwacht dat je op dinsdag t/m vrijdag (bij voltijd) acht dagdelen beschikbaar bent voor je stage, en minstens zes dagdelen - verspreid over vier dagen - op school aanwezig bent. Wanneer je de opleiding in deeltijd volgt is dat ongeveer anderhalve dag (verspreid over twee/drie dagen).
De cursus PiP1 (a en b) duurt in voltijd twintig weken (2x10 weken/één semester) en in deeltijd in totaal veertig weken (2x20 weken/één schooljaar).
De PiP2-praktijkstage is een individuele eindstage en geldt als basis voor de eerstegraads lesbevoegdheid. Doel van deze stage is dat je een startbekwame eerstegraads docent wordt. Tijdens PiP2 geef je dan ook zelfstandig les aan (een) vaste klas(sen) in eerstegraads gebied (bovenbouw havo/vwo).
Omdat je op dinsdag onderwijs hebt op de universiteit, wordt van je verwacht dat je op maandag en woensdag t/m vrijdag beschikbaar bent voor je praktijkuren op school. Als richtlijn geldt dat je als voltijdstudent vier dagdelen per week aanwezig bent op school, verspreid over maximaal drie dagen. Voor deeltijd geldt twee dagdelen op je stageschool, verspreid over max. anderhalve dag.
De PiP2-stage duurt in voltijd ongeveer twintig weken (2x10 weken/één semester), en in deeltijd ongeveer veertig weken (2x20 weken/één schooljaar).
De verplichte praktijkuren die bij de cursussen Professional in Praktijk 1 en 2 horen kunnen via een stage of een baan worden voldaan. In de stagevariant heb je iets meer ruimte om te wennen aan het onderwijs en om verschillende strategieën uit te proberen dan in de baanvariant. Bij de stagevariant verzorgt het stagebureau de stageplek op een van onze partnerscholen.
Het is ook mogelijk te kiezen voor de baanvariant. Het voordeel van de baanvariant is dat je een dienstverband met een school hebt of aangaat en dus een inkomen hebt. Ga je voor de baanvariant, dan dien je een geschikte baan te hebben als docent in je schoolvak, op een reguliere school voor voortgezet onderwijs. Wanneer je kiest voor de baanvariant is het vinden/hebben van een geschikte baan je eigen verantwoordelijkheid.
Het is ook mogelijk om te starten in de stagevariant en ná je eerste stage (PiP1) over te stappen naar de baanvariant.
Hieronder vind je de eisen waaraan een baan moet voldoen:
- Je werkt in het voortgezet onderwijs op een reguliere school in Nederland (dus niet speciaal voortgezet onderwijs, het mbo, een hogeschool of een particuliere school) als docent in het schoolvak waarin je een bevoegdheid wilt halen, en je geeft les aan klassen met een minimale groepsgrootte van 20 leerlingen, waarbij de maximale leeftijd van de leerlingen 18 jaar is en dezelfde lesmethoden en pedagogisch/didactische methodieken worden gebruikt als in regulier onderwijs.
- Je observeert tijdens PiP1 in totaal 50 lesuren (1 lesuur is 50 minuten) en verzorgt gedurende de gehele masteropleiding (dus voor PiP1 en PiP2 samen) ten minste 125 lesuren zelfstandig aan vaste klassen waarvan minimaal 65 lesuur in de onderbouw (vmbo, havo- en/of vwo-onderbouw) en minimaal 60 in eerstegraads gebied (bovenbouw havo/vwo).
- Indien je wisselt van stage- naar baanvariant ná de eerste praktijkcursus PiP1 dien je gedurende PiP2 60 lesuren in (een) vaste klas(sen) in de bovenbouw havo/vwo te verzorgen).
- Je wordt begeleid en beoordeeld door een vakdocent met tenminste een tweedegraads bevoegdheid in hetzelfde schoolvak, die daarvoor tijd vrijmaakt en geschoold is in het begeleiden van docenten in opleiding. Voor PiP2 dient de begeleider eerstegraads bevoegd te zijn.
- Je bent beschikbaar op de momenten dat de lerarenopleiding onderwijs aanbiedt.
- Je bent tijdens PiP1 voltijd minstens zes dagdelen op school aanwezig, tijdens PiP1 deeltijd drie dagdelen. Tijdens PiP2 voltijd ben je vier dagdelen per week aanwezig op school, in deeltijd twee dagdelen per week.
- Je hebt een maximale aanstelling van 0,5 fte voor de voltijdopleiding (LVHO, E&C) en 0,8 fte voor de deeltijdopleiding (LVHO).
We hanteren een deadline voor de keuze van de student voor één van de varianten in verband met de werving van stageplaatsen. De exacte datum staat in de bijlage bij je beschikking, die je ontvangt na toelating van team Mastertoelating.
Voor schoolopleiders en stagebegeleiders/werkplekbegeleiders bestaat een aparte stagebrochure (voor partnerscholen), deze kan men zo nodig opvragen via stagebureau.gst@uu.nl.
Een overzicht van onze stagevoorwaarden vind je in onderstaand document:
Factsheet PiP1 en PiP2 (pdf)Hieronder vind je een overzicht van de stagescholen waar wij studenten plaatsen. Onze scholen bevinden zich voornamelijk in de regio Utrecht/Midden Nederland. Met deze partnerscholen hebben we afspraken gemaakt, waardoor de kwaliteit van je stages gewaarborgd is. Daarnaast zijn er landelijke afspraken met andere opleidingsscholen over plaatsingsgebieden. Het is dan ook niet toegestaan dat je zelf een stageplek zoekt.
Zodra bij ons bekend is dat je PiP1 of PiP2 gaat doen het komende semester, word je toegevoegd aan onze Stagetool. Dit zal in mei/juni (augustusstart) of november (februaristart) zijn. In deze digitale omgeving kun je je persoonlijke gegevens aanvullen en eventueel voorkeuren doorgeven.
Vervolgens begint het stagebureau van de Graduate School of Teaching met het ‘matchen’ van studenten en beschikbare stageplekken op partnerscholen. Je ontvangt een statusupdate wanneer er nieuwe informatie beschikbaar is, bijvoorbeeld wanneer je gekoppeld bent aan je stageschool en er actie vereist is.
Het uitgangspunt is dat een student die tijdens de opleiding zowel de PiP1- als PiP2-stage moet lopen, PiP2 op een andere school doet dan PiP1.
Bij de matching tussen stageplaats en student houden we zo goed mogelijk rekening met:
- reisafstand;
- vervoersmogelijkheden (heb je een auto of OV-(student)abonnement tot je beschikking);
- medische indicaties en/of persoonlijke omstandigheden (indien bekend);
- eventuele persoonlijke voorkeuren;
- de wensen/mogelijkheden van de stageschool.
Wij zijn afhankelijk van het aanbod van onze partnerscholen en daardoor kan het gebeuren dat vraag en aanbod niet (volledig) met elkaar te verenigen zijn. Aan voorkeuren kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Hoewel er zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met eventuele wensen vragen we een flexibele blik ten aanzien van de stageplaatsing.
Binnen het tweejarige masterprogramma Geschiedenis: Educatie en Communicatie word je opgeleid voor de beroepspraktijk van een eerstegraads docent geschiedenis. In het kader hiervan volg je de verplichte praktijkcursussen Professional in de Praktijk 1 en Professional in de Praktijk 2.
Maar afgestudeerden kunnen ook elders aan het werk, bijvoorbeeld bij de educatie- of communicatieafdeling van musea en andere instellingen of organisaties op het terrein van de publieksgeschiedenis.
De buitenschoolse Stage Geschiedenis: Educatie en Communicatie (GKEMV20002) is bedoeld als kennismaking met de publiekshistorische beroepspraktijk maar bevat ook altijd een inhoudelijke component in de vorm van een gericht onderzoek, bijvoorbeeld in het kader van een tentoonstelling of educatief programma.
Het stageonderzoek kan aan de masterscriptie worden gekoppeld, hoewel ze niet mogen overlappen. Een buitenschoolse stage is minimaal 10 ECTS.
Zie voor meer informatie over niet-schoolstages de algemene informatie op de site van de master Cultuurgeschiedenis (Engelstalig).
Contact
Heb je vragen? Neem dan contact op met het Stagebureau via stagebureau.gst@uu.nl.