Werkwijze
Omvang en opbouw
Studenten doen hun onderzoek en schrijven hun onderzoeksvoorstel en scriptie in een periode van twee blokken (één semester).
Het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een onderzoeksvraag en methode die zijn goedgekeurd door de eerste en tweede begeleider. De scriptie heeft een maximale omvang van 13.000 woorden, exclusief bijlagen, en moet gericht zijn op geïnteresseerden uit het (voortgezet) onderwijs en/of publiekseducatie en op historici.
Een scriptie omvat in ieder geval de volgende onderdelen:
- Inleiding:
- Probleemstelling, verantwoording van de probleemstelling, rechtvaardiging van de beoogde praktijkrelevantie
- Historiografisch kader
- Betoog:
- Presentatie onderzoek
- Analyse onderzoek
- Conclusie:
- Discussie en conclusie, met aanbevelingen voor de (onderwijs)praktijk
- Geraadpleegde bronnen en literatuur
- Bijlage: ontwikkelde materialen en instrumenten
Het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een plan dat is goedgekeurd door de eerste en tweede begeleider. Dit plan omvat tenminste een beknopte omschrijving van:
- Probleemstelling, verantwoording van de probleemstelling, rechtvaardiging van de beoogde praktijkrelevantie
- Historiografisch kader
- Probleemstelling uitgewerkt in hoofd- en deelvragen en eventuele hypotheses
- Plan van aanpak (onderzoeksmethode)
- Beschikbare bronnen, beschikbare of nog te ontwikkelen materialen en instrumenten
- Tijdsplanning
- Voorlopige bibliografie
Een gedegen onderzoeksvoorstel omvat een tijdsinvestering van ongeveer 5 EC, en wordt in de eerste maand van het eerste blok afgerond.
De scriptie heeft inclusief onderzoeksvoorstel een omvang van 20 EC.
Uitvoering, begeleiding en beoordeling
Het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een onderzoeksvraag en methode die zijn goedgekeurd door de eerste en tweede begeleider. Docenten die vanuit het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis betrokken zijn bij de Graduate School of Teaching kunnen onderzoeksthema’s voordragen via een Blackboard-scriptieomgeving. Docenten streven ernaar om studenten te begeleiden in thesislabs, waarin studenten gedurende twee blokken samenwerken en elkaar voorzien van peer feedback. Bij complexe onderzoeksvragen is het mogelijk dat twee studenten werken aan complementaire deelvragen binnen hetzelfde onderzoeksthema; schriftelijke onderzoeksverslaglegging in de scriptie gebeurt echter individueel, waarbij afspraken gemaakt worden over eventuele overlappende onderdelen.
Begeleiding
Het afstudeeronderzoek en het schrijven van de daarop gebaseerde scriptie wordt begeleid door een eerste begeleider uit een relevant vakgebied. De eerste begeleider benadert een tweede begeleider, in overleg met de student. De tweede begeleider fungeert gewoonlijk als tweede beoordelaar.
Ten minste een van beide begeleiders is verbonden aan het (bachelor)programma van de betreffende discipline. Deze begeleider beoordeelt ook het taalniveau van de scriptie. De toetsing van het onderzoeksvoorstel en de eindbeoordeling vindt plaats door beide begeleiders.
Beide begeleiders zijn in principe gepromoveerde docenten. Hiervan kan worden afgeweken als een inhoudelijk betere match tussen expert-begeleider en student daartoe aanleiding geeft. Een begeleider beschikt te allen tijde minimaal over een Basiskwalificatie Onderwijs.
De begeleiding wordt door de eerste begeleider verzorgd, waarbij zowel over het onderzoeksvoorstel, de opzet en uitvoering van het onderzoek als de verslaglegging gesproken wordt. De begeleiding bestaat uit minimaal drie begeleidingsgesprekken.
Onderzoeksvoorstel: uitvoering en beoordeling
Het opstellen van het onderzoeksvoorstel wordt begeleid door de eerste begeleider. Het onderzoeksvoorstel zelf vraagt een gedegen voorbereiding en inspanning door de student. De tijdsinvestering in het onderzoeksvoorstel kan oplopen tot maximaal 5 EC. Dat oogt omvangrijk maar is te begrijpen doordat hierbij belangrijke keuzen worden gemaakt en beargumenteerd die onderdeel zijn (qua inhoud en tekst) van het eindwerkstuk.
Is je onderzoeksvoorstel gereed om goedgekeurd te worden? Dan dient het volgende te gebeuren:
- De goedkeuring dient eerst formeel vastgesteld te worden in het Beoordelingsformulier onderzoeksvoorstel. Het Beoordelingsformulier onderzoekvoorstel voorziet in feedback die erop gericht is de uitvoering van het afstudeertraject te verbeteren.
- Vervolgens moet de goedkeuring administratief vastgelegd worden in Osiris Zaak, voordat je verder kan met je onderzoeksproject. Log in bij Osiris Student > Zaken > plusje rechts onderin > Scriptie en afstuderen > en start de Zaak GST – Onderzoeksvoorstel en -project.
- Je begeleider en tweede beoordelaar stellen in de Zaak vervolgens officieel vast dat je dit voorstel tot een scriptie mag uitwerken. Zie verdere instructies in de Zaak.
De tweede begeleider komt vervolgens bij de eindbeoordeling van je onderzoeksproject weer in actie (hiervan kan in onderling overleg worden afgeweken, bijvoorbeeld vanwege specifieke expertise van de tweede begeleider).
Beoordeling ondeerzoeksproject
Is je onderzoeksverslag klaar om beoordeeld te worden? Dan dient het volgende te gebeuren:
- Je levert het definitieve verslag in via dezelfde Zaak als waarin de goedkeuring van je onderzoeksvoorstel is vastgelegd. Log hiervoor in op Osiris Student > Zaken > Lopende zaken > GST – Onderzoeksvoorstel en -project.
- Vul de gevraagde informatie in en upload je onderzoeksverslag.
- De plagiaatcontrole vindt plaats vanuit de Zaak. Verdere instructies vind je in de Zaak.
De eindbeoordeling komt tot stand door het onafhankelijk van elkaar invullen van het GST – Beoordelingsformulier onderzoeksproject en de gezamenlijke bespreking door de beide begeleiders. De feedback die wordt opgenomen in het Beoordelingsformulier onderzoeksproject (behorend bij de eindversie) dient vooral het doel om te voorzien in een inhoudelijke onderbouwing van de beoordeling. De eerste begeleider vult vervolgens een definitief beoordelingsformulier in en uploadt dat in de Zaak GST – Onderzoeksvoorstel en -project.
Als er verschil van inzicht blijkt te zijn, kan het duo besluiten een derde beoordelaar te consulteren. Als de voorgestelde becijfering van een scriptie - na overleg - meer dan 1,5 punten verschilt, of bij een verschillend oordeel voldoende/onvoldoende, moet een derde beoordelaar, i.c. een ter zake kundige hoogleraar, in de beoordeling worden betrokken.
In de Zaak kun je de voortgang volgen en verschijnen het definitieve beoordelingsformulier en het eindcijfer.