Studieprogramma
Het studieprogramma van de master Sportbeleid en sportmanagement vind je hier.
Let op: Het cursusaanbod wordt jaarlijks vastgesteld. Dit overzicht is onder voorbehoud van wijzigingen. Heb je vragen over het cursusaanbod? Neem dan contact op met het studiepunt: studiepunt.usbo@uu.nl
Cursus aanbod
Het tweejarige masterprogramma Sportbeleid en sportmanagement heeft een zogenaamd duaal karakter. Dit betekent dat je naast het onderwijs minimaal twee dagen per week werkt in een non profit, sportgerelateerde organisatie. Hieronder vind je het overzicht van alle cursussen per periode.
- Periode 1: Organiseren van sport in transitie (7,5 EC)
- Periode 2: Inclusiviteit en sociale verantwoordelijkheid in sport (7,5 EC)
- Periode 3: Governance vraagstukken in theorie en sportpraktijk (7,5 EC)
- Periode 4: Beleidsontwikkelingen en leiderschap in de sport (7,5 EC)
- Periode 1: Academische en Professionele Vaardigheden (7,5 EC)
- Periode 2, 3 en 4: Onderzoeksseminar Bestuurs- en Organisatiewetenschap (22,5 EC)
Vaardighedencursussen
Hieronder vind je meer informatie over academische en professionele vaardighedencursussen die je tijdens je masterprogramma kunt volgen.
Vaardighedencursussen
Om je voor te bereiden op de arbeidsmarkt biedt de masteropleiding Bestuurs- en Organisatiewetenschap vaardighedencursussen om je academische en professionele vaardigheden eigen te maken. Denk hierbij aan cursussen over managementvaardigheden, advieskunde, projectmanagement of organisatiedynamiek. Deze cursussen kunnen je voorbereiden op functies als manager, (organisatie-)adviseur of beleidsmedewerker en besteden ook aandacht aan meer algemene competenties die van nut zijn in de beroepspraktijk. De nadruk ligt op de toepassing van kennis, vaardigheden en inzicht in concrete situaties.
Studenten van de éénjarige masterprogramma’s kunnen twee van deze vaardighedencursussen kiezen. Sudenten van de master Sportbeleid en Sportmanagement kunnen in hun tweede masterjaar slechts één vaardigheidscursus volgen. Verdere informatie ontvang je in de zomerperiode.
Na je master aan de slag als adviseur? In deze cursus maak je zowel praktisch als theoretisch kennis met organisatieadvieswerk in de publieke sector. Je doet dat door in een adviesteam met medestudenten een adviesopdracht uit te voeren voor een publieke organisatie.
Drie belangrijke onderdelen in het adviesproces - de intake, de offerte en het adviesgesprek - vormen de leidraad van de cursus. Aan de hand hiervan train je adviesvaardigheden. Zo doe je onder andere ervaring op in het voeren van een intakegesprek met een (echte) opdrachtgever en oefen je met gespreksvaardigheden die gericht zijn op het bereiken van overeenstemming met de opdrachtgever over de offerte en het eindproduct. Je doet dat in samenwerking met medestudenten in je adviesteam. In de bijeenkomsten gaan we inhoudelijk in op het vak van adviseur en trainen we adviesvaardigheden. Tot slot reflecteer je grondig op je eigen handelen in de rol van adviseur en het handelen als adviesteam, ondersteund door feedback van medestudenten, de begeleidend docent en de opdrachtgever.
De cursus Advieskunde (in het Nederlands) wordt in periode 1 gegeven, de cursus Consultancy (in het Engels) in periode 2
Do you consider to start working as a consultant when you complete your Master’s programme? This course offers practical and theoretical knowledge about organizational consultancy in the public sector. You will gain insights and skills by carrying out a consultancy assignment with fellow students in a consultancy team for a (real) public organization.
Three key elements in the advisory process - the intake, the quote and the advisory meeting - form the guideline of the course. Based on this you train consultancy skills. For example, you gain experience in conducting an intake interview with a (real) client and practice your conversation skills aimed at reaching agreement with the client on the quote and final product. You do this in collaboration with fellow students in your consultancy team. In addition, we discuss literature and visit a consultancy firm. Finally, you reflect thoroughly on your own actions in the role of consultant, supported by feedback from fellow students, the supervising lecturer and the client.
Kennis, begrip en vaardigheden op arbeidsrechtelijk terrein zijn van groot belang voor Human Resource Management en beleid van organisaties. In deze cursus staan daarom de mogelijkheden en beperkingen voor het voeren van werving- en aanstellingsbeleid van een organisatie centraal. Er wordt zowel aandacht besteed aan de procedurele als aan de inhoudelijke aard van het beleid. Je raakt als niet-jurist bekend met de plaats van arbeidsrecht in het Nederlandse rechtssysteem en de actoren en rechtsbronnen die vanuit arbeidsrechtelijk perspectief een rol kunnen spelen bij het voeren van HR beleid.
De cursus kent een praktische en thematische aanpak waarin onderwerpen op het gebied van arbeidsrecht, zoals individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten, de rol van vakbonden, medezeggenschap in organisaties en sociale zekerheid aan de orde komen.
De cursus bestaat uit drie hoofdthema’s: flexibiliteit, gezondheid en veiligheid en organisatie en reorganisatie.
Bij flexibiliteit gaan we in op de interne en externe flexibiliteit van organisaties. In het tweede thema wordt aandacht besteed aan re-integratie- en zorgverplichtingen die werkgevers hebben ten aanzien van werknemers. Tot slot bespreken we in het laatste thema de arbeidsrechtelijke kaders van onder meer ontslagbeleid, reorganisatieplannen, en herstructureringen.
Het accent van deze cursus ligt op het verwerven van vaardigheden om in de praktijk arbeidsrechtelijke mogelijkheden en beperkingen te herkennen en om in concrete gevallen oplossingen binnen de arbeidsrechtelijke kaders te bedenken. We vullen de bijeenkomsten in met theoretische uiteenzettingen, afgewisseld met verschillende werkvormen waarin je actief aan de slag gaat met de verkregen kennis. Zo presenteer je onder andere oplossingen in een concrete casus en ben je deelnemer aan een ‘moot court’, waarin een rechtszaak wordt gesimuleerd.
Publieke organisaties zoals scholen, ziekenhuizen, de Belastingdienst en sociale diensten zijn interessante studieobjecten door hun positie midden in de samenleving en het politieke debat. Maar het zijn ook gewoon hardwerkende bedrijven met concrete taken die efficiënt moeten worden uitgevoerd.
In de cursus Bedrijfsvoering krijg je inzicht in de praktische instrumenten die managers van publieke organisaties gebruiken om hun organisatie van dag tot dag te besturen. Je leert werken met de meetindicatoren, managementtaal, en rapportages die managers gebruiken. Concreet oefenen we met managementinstrumenten die inzicht geven op vier verschillende onderdelen van een organisatie:
- operationele processen, zoals de afhandeling van klanten of het leveren van diensten;
- planning en control van prestaties, zoals het opstellen van prestatie-indicatoren en het beoordelen van geboekte successen;
- financieel beheer, zoals het lezen van een begroting, het opstellen van een balans en het sturen op financiële gezondheid;
- informatiehuishouding, zoals het inrichten van IT-systemen en het verspreiden van informatie onder stakeholders.
In deze cursus werken we samen met een publieke organisatie in Utrecht, bijvoorbeeld UMC Utrecht, het Openbaar Ministerie (OM) en de gemeente. Elke week pas je de geleerde instrumenten toe op echte bedrijfsmatige vraagstukken van deze organisaties. Zo kijk je wekelijks in groepen naar de efficiëntie van de patiëntenzorg, de informatieveiligheid binnen het OM, of de maatschappelijke prestaties van de gemeente.
Het effectief overbrengen van de verkregen inzichten is een kernfunctie van bedrijfsvoering. Teksten zijn daarbij vaak ontoereikend. Daarom leer je in deze cursus je conclusies over te brengen in de vorm van visuele managementrapportages met schema’s, grafische hulpmiddelen en slides. De rapportages die je wekelijks met je groepje maakt, worden beoordeeld door de docent zodat je steeds beter wordt in het overbrengen van je bevindingen. Als eindopdracht maak je uiteindelijk individueel een managementrapportage.
Gedurende de cursus reflecteren we op de werkelijke waarde en betekenis van al deze managementinstrumenten. Bedrijfsvoering kan echt inzicht geven in het functioneren van organisaties, maar woorden als ‘cash flow’ en ‘lean production’ geven managers ook macht. Je leert de instrumenten te gebruiken als analyse-instrument en te zien als taal. Door deze cursus leer je die taal zelf te gebruiken, waar nodig te ontmaskeren en waar nuttig toe te passen.
Professionals die te maken hebben met de ontwikkeling en uitvoering van beleid krijgen op verschillende manieren en in verschillende rollen te maken met het verzamelen, bewerken, beoordelen en interpreteren van informatie. De vaardigheden die beleidsmedewerkers nodig hebben in de verschillende stappen van het ontwerpen en beoordelen van beleid vormen het uitgangspunt van de cursus Beleidsvaardigheden.
We simuleren een situatie waarin je als beleidsprofessional werkt voor een bestuurder, zoals een wethouder, minister of directielid van een organisatie met een publieke functie. Je komt steeds in een andere fase in het beleidsproces en van daaruit krijg je een concrete opdracht. Deze opdrachten worden wekelijks in feedbackgroepen door medestudenten en de docent becommentarieerd. In de gezamenlijke bijeenkomsten introduceren we de achtergrond en kenmerken van de opdrachten. Dit mondt uit in een beleidsadvies dat je voor je bestuurlijke opdrachtgever schrijft.
Het beknopt schrijven van notities, die inhoudelijk en analytisch van niveau zijn en bruikbaar in een politiek-bestuurlijke context, staat centraal in deze cursus. Naast het beleidsadvies breng je dit in de praktijk door het schrijven van een Kamerbrief namens een minister of staatssecretaris, gebaseerd op een actuele casus.
We bediscussiëren de literatuur op bruikbaarheid voor beleidsprofessionals. Dit komt ter sprake in de wekelijkse bespreking van de artikelen en in het take home tentamen. Tot slot geven verschillende gastdocenten een kijkje in de keuken van het werk van beleidsprofessionals en gaan we op werkbezoek bij verschillende publieke organisaties.
De vaardighedencursus ‘Coaching in Organisaties’ legt een belangrijke basis voor je ontwikkeling in de rol van coach. In deze cursus maak je kennis met de praktijk en theorie van coaching van medewerkers in organisaties en leer je te werken vanuit het psychodynamisch en systemisch perspectief op het coachingsproces.
We werken met de methodiek Organizational Role Analysis, zoals die door The Grubb Institute en anderen is ontwikkeld. Centraal in deze methodiek voor coaching en consulting staat de analyse van de ervaringen van de gecoachte medewerker in zijn/haar rol in een organisatie en een procesgerichte advisering.
Tijdens de cursus verkrijg je kennis en vaardigheden via concrete ervaringen en reflectie hierop. Om de specifieke vaardigheden van de coach aan te leren, krijg je onder andere training in gesprekstechnieken, in het werken met de methodiek, leer je hoe een coachingstraject eruit ziet, en zijn er literatuurbesprekingen. Daarnaast ga je ook zelf een coachingstraject uitvoeren met een externe cliënt waarin alle facetten (van intake tot afronding, de fasen van het coachingsproces, het belang van de coachingsrelatie en het omgaan met weerstand) aan bod komen. Je wordt hierin begeleid door ervaren coaches in de vorm van supervisie.
Aan het eind van de cursus lever je een portfolio in dat de volgende zaken bevat:
- Een reflectie op de ervaringen tijdens de workshop Organizational Role Analysis; werken met de ‘organization-in-the-mind’. In deze reflectie worden de ervaringen beschreven en geduid aan de hand van de basisconcepten uit de ORA methodiek.
- Een case beschrijving van het eigen coachingstraject met een externe client. De case beschrijving bestaat uit:
- Een beknopte beschrijving van het traject;
- Een reflectie op het eigen handelen in de rol van coach tijdens dit traject en op de feedback uit de supervisie. in de reflectie wordt gebruikgemaakt van de concepten uit de literatuur.
- Een beschrijving van de ontwikkeling van eigen coachingsvaardigheden en attitude.
- Een verdiepende bespreking van twee voor de studente relevante thema’s uit de literatuur;
Wil je je voorbereiden op een rol als manager? Dan ben je bij de cursus Managementvaardigheden aan het juiste adres. Tijdens deze cursus verplaats je je in de rol van manager in een organisatie en ga je aan de slag met verschillende vaardigheden en interventiemogelijkheden die bij het managementvak komen kijken. De volgende onderdelen staan hierbij centraal:
- persoonlijke effectiviteit: reflectie op persoonlijke stijl, vragen en geven van feedback;
- gesprekstechnieken die nodig zijn voor bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek of functioneringsgesprek;
- groepsgericht leidinggeven: van instrueren tot delegeren, stijlen van invloed uitoefenen;
- derde partij-interventies: bemiddelen in conflicten, begeleiden van processen.
De vaardigheden, inzichten en kennis die je opdoet in de cursus dragen bij aan je effectiviteit als manager en geven bovendien zicht op je eigen professionele houding in deze rol. Hierover schrijf je een leerverslag. Daarnaast maak je ook in de praktijk kennis met de rol van manager. Je loopt een dag mee met een manager in een publieke organisatie en schrijft hierover een verslag waarin je observaties verbindt met bestudeerde literatuur.
Aan het eind van de cursus organiseer je met medestudenten een workshop over een zelfgekozen, relevant thema op het gebied van management, waarmee je je kennis en vaardigheden nog verder kunt vergroten.
De vaardighedencursus Organisatiedynamiek legt een belangrijke basis voor de ontwikkeling van toekomstige professionals in leiderschaps- en adviesrollen. In deze cursus maak je kennis met de theorie en praktijk van de psychodynamische en systemische benadering van organisaties. Het uitgangspunt van deze benadering is dat er naast de bewuste en bedoelde gebeurtenissen in organisaties ook een andere, onbedoelde dynamiek meespeelt, of men zich daarvan bewust is of niet. Door een bewustzijn te ontwikkelen van deze verborgen ‘onbewuste’ motieven en processen, kun je de kwaliteit van het leiderschap en de effectiviteit van organisaties verbeteren.
In deze cursus maak je kennis met basisbegrippen uit deze benadering zoals systeem en systeemgrenzen, Organization-in-the-mind, rol, weerstand, projectie, overdracht, work- en basic-assumptiongroups, en ga je aan de slag met een intensieve vorm van ervaringsonderwijs. Zo werk je onder andere met je eigen voorbeelden van organisatiedynamiek uit werk- of studiesituaties, en leer je van je ervaringen in de leergroep. Door op deze ervaringen te reflecteren en door het ontwikkelen van werkhypothesen over onderliggende groeps- en organisatiedynamiek leer je jezelf en groepen beter te begrijpen. Op deze manier ontwikkel je het vermogen om leiderschap te nemen en te interveniëren op procesniveau.
De cursus bestaat uit:
- een tweedaagse mini-conferentie ”Organizational Role Analysis”
- organisatieobservaties en verwerkingen
- een tweedaagse mini-conferentie “leerprocessen in organisaties”
- literatuur besprekingen.
Er wordt van je verwacht dat je bij alle bijeenkomsten aanwezig bent.
Aan het eind van de cursus lever je een portfolio in. Dit bestaat uit:
- een reflectie op de ervaringen tijdens de mini-conferentie Organizational Role Analysis;
- een reflectie op de ervaringen tijdens de mini-conferentie Leerprocessen in organisaties en het eigen leerproces;
- een recensie van twee artikelen;
- een kritische reflectie op het psychodynamisch-systeem perspectief op organisatiedynamiek.
Veel uitdagende klussen in de publieke sector worden projectmatig aangestuurd. Er wordt een tijdelijk verband met een specifieke groep mensen opgericht om samen met beperkte middelen een min of meer uniek en concreet resultaat te behalen.
Wil je meer weten over hoe je als toekomstig professional deze essentiële methodiek kunt beheersen? Maak in deze cursus dan kennis met de uitgangspunten van projectmanagement en leer hoe je deze in de praktijk kunt toepassen.
We behandelen onder andere thema’s als structuur, fasering, projectbeheersing, organisatie, opdrachtgeverschap, cultuur, communicatie en risico’s. Je wordt gedurende de cursus begeleidt door docenten met jarenlange ervaring als projectmanager.
De cursus bestaat uit twee delen: in het eerste deel maak je aan de hand van een casus kennis met de theoretische achtergronden van projectmanagement. Dit deel wordt afgesloten met een individuele ‘projectanalyse’ van een werkelijk projectplan.
In het tweede deel ga je in een team daadwerkelijk aan de slag met concrete opdrachtgevers van de gemeente Utrecht. Elke student is één keer in the lead van een simulatiegesprek met de opdrachtgever van zijn of haar team. In die gesprekken laat je jouw individuele projectmanagement vaardigheden zien. De uitkomsten van alle gesprekken ligt aan de basis van het opstellen van het ‘projectcontract’.
This course helps you to gain insight in the complexity of working as a leader in international organisations and to prepare for a role as a leader in an international workplace. During this skills training you will move into the leadership role and work with different skills and intervention options that come with this profession.
We will work on typical leadership skills like personal effectiveness (personal style, international differences), conversational techniques (feedback, direct/indirect communication), leadership (from instructing to delegating, influencing styles) and third party interventions (mediation in conflicts).
We will approach these leadership skills from an international point of view: the situation in which you, as an participant of the course, already find yourself in. The world is globalising at high speed: societies and organisations become more and more international. When we live or work together with people of different backgrounds, we realise that our own behaviour is no longer self-evident. Other people can have different ways of solving problems, organising meetings e.g. Therefore it is important to develop skills to help us understand and handle this kind of interactions.
Therefore, we work with an academically recognised model (IRC) that distinguishes four competences in particular: increasing sensitivity, building commitment, improving communication and managing uncertainty. Training these competences contributes to your effectiveness as a leader in an international context and also provides insight into your professional attitude in this role.
You write an individual learning report about the skills, insights and knowledge acquired during the training. In addition, you will get acquainted with the role of leader in practice by spending a day(part) with a leader in an international organisation. You process your experiences in a concise analysis report.
At the end of the course, you organise and lead a workshop yourself on a self-chosen, relevant theme in the field of international leadership to further increase your knowledge and skills.
Meetings are organised as interactive training sessions with discussions of literature and experiences, individual and group assignments, student presentations and simulation games. You will also actively visit international settings outside the classroom, and reflect on the acquired experiences. You will meet and interact with people having other backgrounds from whom you can learn and with whom you can train your skills.
Manager, bestuurder en beleidsmaker zijn beroepen waarvan velen zullen zeggen dat je ze leert in de praktijk van (overheids)organisaties. Je ziet managers en bestuurders verstandige beslissingen nemen; je ziet ze soms ook fouten maken. Daarvan kun je leren. En als je zelf een vergelijkbare functie bekleedt kun je daar je voordeel mee doen. Eenmaal zelf manager of beleidsmaker leer je ook van je eigen worstelingen en fouten.
In deze vaardighedencursus gaan we dit leerproces uit de praktijk enigszins nabootsen. Dat doen we door literatuur over valkuilen uit de praktijk van management en beleid te bestuderen en deze vervolgens te betrekken op een organisatie en een sector naar keuze.
In de introductiebijeenkomst wordt een eerste beeld geschetst van valkuilen in bestuur en management. Vervolgens kies je een sector en een organisatie waar je je tijdens de eerste helft van de cursus in gaat verdiepen. Voor het tweede deel van de cursus kies je een andere sector en organisatie. Deze twee organisaties/sectoren leer je kennen door websites te bestuderen, mediaberichten te bekijken en jaarverslagen te raadplegen. Aan de hand van deze documentatie probeer je vast te stellen of de managers en bestuurders in deze organisaties te maken hebben gehad met de valkuilen waar we in deze cursus over nadenken: de risico-regelreflex, pendulebeleid, het overschatten of juist onderschatten van burgers/cliënten, verkokering, verantwoordingsoverlast en verandergekte.
In een onderwijsbijeenkomst presenteer je de informatie die je hebt gevonden, zodat we vervolgens kunnen uitwisselen welke organisaties wel en welke niet in de betreffende valkuil zijn gevallen en waarom. Op die manier leer je niet alleen de door jou gekozen organisaties/sectoren kennen, maar ook die van medestudenten. De meeste bijeenkomsten eindigen met een kort, interactief college over de ‘valkuil van de week’.
In twee bijeenkomsten verkennen we valkuilen via een simulatiespel.
Actieve participatie en de inbreng van casuïstiek tijdens de bijeenkomsten is onderdeel van de toetsing van deze cursus. Daarnaast schrijf je een brief aan een manager in de door jou gekozen organisatie, waarin je twee van de besproken valkuilen uitwerkt en de manager uitlegt hoe hij/zij kan voorkomen hierin terecht te komen.
Tenslotte is er een tentamen met essayvragen.
De Belastingdienst heeft op grote schaal data en algoritmen ingezet om fraude met toeslagen op te sporen, maar dit heeft geleid tot discriminatoire praktijken waarbij burgers met een dubbele nationaliteit eerder door een algoritme werden aangemerkt als potentiële fraudeur. Deze inzet van nieuwe technologie roept veel vragen op. Op welke manier verzamelen overheidsorganisaties data en hoe worden deze geanalyseerd en toegepast? Welke risico’s en kansen brengt het inzetten van algoritmen in overheidsorganisaties met zich mee? Kan data op een verantwoorde manier worden ingezet voor organisatieprocessen en wat is daar voor nodig? Hoe zorg je er als organisatie voor dat de technologie die je inzet gestuurd wordt vanuit publieke waarden?
Dit zijn vragen die je als beleidsmedewerker, projectmanager of consultant in een publieke organisatie in de dagelijks praktijk tegen kunt komen. De inzet van nieuwe technologie, zoals Artificiële Intelligentie, is in een organisatie niet alleen de verantwoordelijkheid van een IT-afdeling of een data analist. Een vorm van digitaal leiderschap is nodig om ervoor te zorgen dat AI en algoritmen worden ingezet op een wijze die in lijn is met publieke waarden.
In deze cursus leer je om kritisch te reflecteren op de inzet van AI, data en algoritmen door de overheid en de impact hiervan op de maatschappij. In de cursus gaan theorie en praktijk hand in hand. Tijdens de colleges leer je meer over wat AI en algoritmen zijn en je leert vanuit verschillende theoretische perspectieven (democratie, organisatie, ethiek) op de verschillende technologieën te reflecteren. Daarnaast zullen gastsprekers uit de praktijk (politie, gemeente) inzicht geven in hun dilemma's. Ook gaan we op werkbezoek en leer je samen met een trainer hoe je het (kritische) gesprek over nieuwe technologie in een organisatie kunt aangaan.
In groepjes ga je aan de slag met een concrete casus, waarbij je je zowel in de technologie zelf verdiept als in de impact hiervan; wat uiteindelijk moet leiden tot een concreet advies aan een organisatie over de inzet en toepassing van de technologie. Daarnaast schrijf je een individueel paper.
Creating impact has become more and more important for scholars and practitioners alike. Yet conventional academic training often focuses largely on rational approaches to address social and organisational issues. In this course you will become acquainted with the way impact can be created through creative interventions. Creative practices are particularly suited to this end because they offer ways to address complex social issues through the sensory, embodied and emotional realms. Thus, creative interventions can provide new and innovative ways of thinking and feeling around issues that people are ‘stuck’ on.
You will learn about different creative practices that can be used to create an intervention. Through tutorials, field trips and hands-on workshops by artists or interventionists, you will become familiar with the ways in which photography, storytelling, dance, performance art and poetry can be mobilized within an intervention to create impact. You will learn about interventions aimed at organisational processes (e.g. to improve collaborations within an organisation) and those aimed at specific themes (e.g. to create awareness around climate change or burnout).
In small subgroups you will design and organise your own creative intervention. You will be asked to try out this intervention on your fellow students and facilitate a meaningful exchange, suited to the focus of the intervention. The course will be wrapped up with both collective reflections on the presented interventions and individual reflections on your own development and functioning as creative interventionist.
Teaching methods to be used in this course are training tutorials, hands-on workshops, presentations, field trips, vlogs, discussion, reflection.