Verzoek individuele toetsvoorziening Bachelor Rechtsgeleerdheid
LET OP: Lees deze gehele pagina door voordat je een verzoek indient
Verzoeken om een individuele toetsvoorziening op grond van artikel 5.8 (zie hieronder) van de Onderwijs- en Examenregeling (hierna: OER), kunnen via dit formulier bij de examencommissie Rechtsgeleerdheid worden ingediend. Als je alle velden volledig invult dan helpt dat de examencommissie om je verzoek zo snel en goed mogelijk te behandelen.
De examencommissie streeft ernaar om binnen zes weken een beslissing te nemen op een verzoek en kan deze termijn verlengen.
Toetsingskader verzoek individuele toetsvoorziening
Jouw verzoek om een individuele toetsvoorziening wordt getoetst aan artikel 5.8 lid 1 en lid 2 van de OER jo. artikel 2.8 lid 1 van het Reglement Examencommissie bachelor. Dit betekent dat een individuele toetsvoorziening slechts worden verleend in geval van een overmachtssituatie, waarbij het niet verlenen van een toetsvoorziening leidt tot een "bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard". Daarnaast dienen de omstandigheden van tijdelijke aard te zijn.
Artikel 5.8 van de Onderwijs- en Examenregeling - individuele toetsvoorziening
- Indien het niet verlenen van een individuele toetsvoorziening zou leiden tot een 'bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard' kan de examencommissie besluiten een individuele toetsvoorziening toe te kennen.
- Verzoeken om een bijzondere toetsvoorziening moeten zo snel mogelijk door studenten met bewijsstukken worden ingediend bij de examencommissie.
artikel 2.8 lid 1 van het Reglement van de examencommissie Rechtsgeleerdheid
- In het geval van bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard die niet vallen onder art. 7.3 van de OER, waardoor de student niet in staat is op reguliere wijze aan een toets deel te nemen, kan de Examencommissie een individuele toetsvoorziening verlenen.
- Een verzoek tot een individuele toetsvoorziening dient schriftelijk, gemotiveerd en met ondersteunend bewijsmateriaal ingediend te worden, tenminste vier weken voor aanvang van de periode waarvoor de voorziening wordt aangevraagd, tenzij de omstandigheden waarop het verzoek is gebaseerd niet eerder bekend waren.
Wat beschouwt de examencommissie niet als bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard?
De volgende omstandigheden voorafgaand aan, of ten tijde van, een of meerdere toetsmomenten zijn in ieder geval géén bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard:
- Onvoorziene OV-problemen (vertraging of missen openbaar vervoer);
- Algemene ziektes zoals griep, Covid of verkoudheid/keelontsteking;
- Vakantie, reizen of recreatieve aangelegenheden (ook studie-gerelateerd, waaronder het bijwonen van congressen en/of summer/winterschools, mogelijk in het buitenland);
- Black-out, faalangst, (zware) stress of prestatiedruk;
- Mentale gezondheidsproblemen, verandering medicatiegebruik t.b.v. mentale problemen of behandeling in therapie (ook EMDR);
- Samenvallen van toetsmomenten van keuzecursussen;
- Chronische ziektes of een handicap (hiervoor kun je een speciale voorziening aanvragen bij de studieadviseurs, https://students.uu.nl/rebo/rechtsgeleerdheid/regelingen-en-procedures/voorzieningen-bij-een-functiebeperking).
Deze opsomming is niet limitatief.
Je kunt je verzoek aanvragen via het verzoek individuele toetsvoorziening.