Handreiking demonstraties
Demonstreren mag bij de UU: we zien vreedzaam demonstreren als een groot goed. Demonstraties zijn onderdeel van onze democratie. Standpunten kunnen uiteenlopen, maar we hechten altijd en overal waarde aan een open gesprek en aan het vermogen om het oneens met elkaar te zijn. Omdat er vragen zijn over demonstreren tijdens werk- en/of onderwijstijd, heeft het College van Bestuur een handreiking vastgesteld met betrekking tot demonstraties. Deze handreiking is in UNL-verband besproken en per direct van kracht.
Voor studenten
Studenten hebben vanzelfsprekend het recht om te demonstreren, maar dat recht leidt niet tot het recht op vervangend onderwijs. Een dergelijk recht legt grote druk op zowel docenten als op de onderwijsorganisatie. Daarmee komen de kerntaken van onze universiteit dusdanig onder druk te staan dat de kwaliteit in het nauw komt. De afweging om deel te nemen aan demonstraties ligt bij de individuele student. Belangrijk is dat het demonstratierecht onverminderd van kracht blijft, en de universiteit voor studenten zoveel mogelijk coulance rond de aanwezigheidsplicht hanteert om dit recht uit te kunnen oefenen. Deze coulance geldt echter niet voor toetsen. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het inhalen van gemiste leerstof.
Voor medewerkers
Medewerkers die willen deelnemen zoeken daarover afstemming met hun leidinggevende. Docenten hebben hierbij de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat studenten wel alle leerstof krijgen binnen de looptijd van een cursus. Voor de bedrijfsvoering geldt dat de continuïteit vanzelfsprekend niet in gevaar mag komen. In UNL-verband is afgesproken dat medewerkers voor de demonstraties rond de bezuinigingen op het hoger onderwijs en de wetenschap geen verlof hoeven op te nemen.
Voor zowel studenten als medewerkers geldt dat reiskosten voor deelname niet worden vergoed. De Universiteit Utrecht zal geen vervoer regelen naar de protestlocaties.
Ondanks goede afstemming vooraf kan een situatie ontstaan waarbij dusdanig veel studenten en/of docenten niet aanwezig zijn dat er feitelijk geen onderwijs kan plaatsvinden. Er is dan sprake van een overmachtssituatie. Afhankelijk van de situatie wordt afgewogen welke ‘oplossing’ gekozen kan worden, waarbij de optie bestaat om alsnog vervangend onderwijs te regelen, en of die op UU-niveau of op facultair niveau geldt. Dit is altijd maatwerk dat in goed overleg zal worden bepaald.
Deze handreiking laat ruimte voor bestuurders om expliciet en zichtbaar een demonstratie te steunen. Hierbij houdt het college de lijn aan dit alleen te overwegen voor onderwerpen die de kerntaken van de universiteit – onderwijs en onderzoek – aantoonbaar bedreigen.