De Tolakker van de toekomst

“Ik kijk ernaar uit de eerste stenen te zien verschijnen van de nieuwe Onderwijs & Onderzoeksfaciliteit op de Tolakker”, vertelt Miel Hostens. “En dat we hier als departement fier op zijn. Het is een weg van een lange adem geweest. Maar hopelijk zien mensen hun onderzoekslijn, onderwijsmogelijkheden en rol terugkomen in deze faciliteit.” We zijn in gesprek met Miel Hostens en Arjan Stegeman. Zij praten ons bij over de nieuwbouw op de Tolakker, de visie daarachter en de keuzes die zijn gemaakt.

foto van de tolakker

De rol van de dierenarts in de landbouwhuisdierensector is aan het veranderen. Wat betekent dit voor ons onderwijs, onderzoek en de faciliteiten die we daarvoor nodig hebben? 

“Dierenartsen moeten zich opmaken voor een nieuw tijdperk. Vroeger had je als dierenarts alleen de rol van arts”, begint Hostens. “Tegenwoordig moet je van meer markten thuis zijn. Dat vraagt andere kennis. Je moet je bijvoorbeeld bewust zijn van de politieke setting die richting kringlooplandbouw gaat. Hoe maak je hierin efficiënter gebruik van resources?” Hostens benoemt ook de invloed van het besluit van minister Schouten om minder soja te gaan importeren. “De druk op voedselkwaliteit loopt op. Als de vraag naar reststromen omhoog gaat, drukt dat op de prijs en kwaliteit. Wat doet dat met de gezondheid van het dier?” 

Hostens ziet een grote rol voor technologie binnen het vak van de toekomstige dierenarts, die zich richt op de gezondheid van het hele bedrijf. “We leren nu aan de hand van technologie wat we als bedrijf goed doen. Zo hebben we de genetische code van vrouwelijke dieren op de Tolakker blootgelegd om te kijken of er een verband is met het geven van veel melk”, vertelt Hostens. “Dat was niet het geval”, vult hij lachend aan. “Ook gebruiken we een soort fitbit voor koeien, de accelerometer sensor, die het dagelijkse gedragspatroon meet. Met een GPS aan onze tractoren willen we de bemesting op de landerijen van de Tolakker gaan meten. Hiermee brengen we de kringlooplandbouw in de praktijk. Technologie is dus de nieuwe stethoscoop van de dierenarts. Vroeger gebruikte je de stethoscoop om een dier te onderzoeken. Tegenwoordig zetten we naast onze klinische blik technologie in als stethoscoop om het bedrijf te monitoren.”

 Wat is de visie op de Tolakker van de toekomst?

“Op de Tolakker zal een Onderwijs & Onderzoeksfaciliteit (O&O faciliteit) komen waar we de effecten van duurzame landbouw op de gezondheid en het welzijn van dieren kunnen onderwijzen en onderzoeken”, vertelt Stegeman. “Studenten maken hier laagdrempelig kennis mee en doen basale competenties op. Zo geeft de faciliteit op de Tolakker ze een goede basis om de onderdelen van de opleiding buiten de campus succesvol te volgen. Daarnaast gaan we hier verdiepend diergebonden onderzoek doen. Dit is een essentiële schakel in het onderzoek van molecuul tot populatie dat de faculteit ambieert en onmogelijk uit te voeren op gewone praktijkbedrijven. Het maakt ons ook een aantrekkelijke partij in onderzoeksconsortia.” Hostens vult aan: “In de toekomst willen we op internationaal niveau nog meer gerespecteerd worden. Als je iets wil weten over circulaire landbouw, diergezondheid en dierenwelzijn dan moet je bij de Universiteit Utrecht zijn.” Hostens vertelt ook over de rol die de O&O faciliteit heeft in verbinding met de maatschappij. “We willen de faciliteit op de Tolakker inzetten als ontmoetingscentrum. Een toegankelijke plek waar bezoekers leren over landbouw.”

Laten we vooruitblikken naar de nieuwbouw op de Tolakker. Wat gaat er veranderen?

“We krijgen een nieuwe Onderwijs & Onderzoeksfaciliteit die zich met name richt op onderwijs over individuele zieke dieren en diergebonden onderzoek voor One Health, Dierenwelzijn en Circulaire landbouw”, vertelt Stegeman. “We doen onderzoek bij doeldieren. Uit dit onderzoek komt ook gezondheids- en welzijnswinst voor de diersoort zelf voort. Daarnaast houden we op de boerderij rundvee. Op de boerderij geven we ook onderwijs en doen we onderzoek. Dat doen we zoveel mogelijk proefdiervrij.”

Welke keuzes liggen hier achter?

“Het onderzoek in de O&O faciliteit gaat zich vooral richten op rund- en pluimvee. We hebben hierop het beste track record en het biedt de grootste mogelijkheden voor externe onderzoeksfinanciering”, benoemt Stegeman. “Voor het onderwijs hebben we een aantal zieke dieren in de faculteit. Studenten oefenen bij hen de diagnostiek en behandeling van het individuele dier en krijgen inzicht in het ziekteproces. In de boerderij leren ze werken met dieren in een koppel. Om de technologie als stethoscoop te kunnen gebruiken, moet je eerst met de gewone stethoscoop leren omgaan en ziekteprocessen in het individuele dier goed begrijpen en waarnemen.”

“Het varkensbedrijf op de Tolakker verdwijnt’, vertelt Stegeman, ”dat is een radicale keuze die niet makkelijk is voor onze collega’s van varken.” Geert Tillemans leidt nu een project om in samenwerking met de universiteit Wageningen een varkensstal te realiseren. Stegeman: “Het is belangrijk dat we die gezamenlijke faciliteit krijgen. Ik zie een belangrijke rol voor het varken in de circulaire landbouw, want qua maagdarmstelsel en stofwisseling zijn ze zeer geschikt om reststromen van humane voedselproductie te verwerken.” Hostens: “Ik wil benadrukken dat we niet stoppen met varkens, maar we gaan het op een andere manier doen vanuit onze visie op de toekomst.”

Op welke onderwerpen willen wij toonaangevend zijn?

Het One health onderzoek -waarin wij de diermodellen toepassen- en het welzijnsonderzoek”, benoemt Stegeman. “Circulaire landbouw past goed in het One health concept waar mens, dier en omgeving met elkaar in evenwicht zijn. Circulariteit kent echter ook risico’s. Zo kunnen ziektekiemen en gifstoffen ook worden rondgepompt in de cirkel. Dan is die circulariteit een nadeel. In de toekomst zijn hier oplossingen voor nodig. Naast het One Health onderzoek, richten we en met name de afdeling DWM, ons op het welzijnsonderzoek. In de circulaire landbouw moeten dieren zowel op het gebied van grondstoffen als economisch efficiënter worden. Dit leidt gemakkelijk tot verstoord dierenwelzijn. Het is onze taak als faculteit om daar onderzoek naar te doen, zodat maatregelen genomen kunnen worden om het dierenwelzijn te borgen.” 

Hoe ziet de samenwerking met de Universiteit van Wageningen eruit?

”Naast het project rondom de varkensstal, hebben we onder leiding van Ruurd Jorritsma de minor ‘Basics in Veterinary Medicine’ ontwikkeld”, zegt Stegeman. “Deze minor geeft studenten uit Wageningen toegang tot onze master diergeneeskunde in de richting Landbouwhuisdieren en Veterinaire volksgezondheid.” Stegeman ziet nog meer potentieel in de samenwerking. “In de circulaire landbouw heeft een dierenarts meer kennis nodig van voeding en stofwisseling. Wij hebben meer expertise op het gebied van stofwisseling, Wageningen is sterker op het gebied van voeding. Op basis hiervan verbeteren we ons curriculum. Ik vind het belangrijk de samenwerking in de master met Wageningen te versterken. Gezamenlijk zijn we namelijk beter in staat de dierenarts van de toekomst te leveren.”

Wil je meer weten over de nieuwe huisvesting?

In de facultaire nieuwsbrief geven we regelmatig updates over de huisvesting. Er is ook een intranetpagina waar je alle nieuws, artikelen en rapporten over de nieuwe huisvesting van Diergeneeskunde kunt vinden. Heb je specifieke vragen, dan kun je deze stellen via het e-mailadres: huisvesting.dgk@uu.nl.

Uitwerking Onderwijs & Onderzoeksfaciliteit Tolakker

De werkgroep Tolakker organiseert de komende maanden een serie sessies voor het bij elkaar brengen en uitwerken van de eisen en wensen voor de nieuwe O&O faciliteit. De werkgroep bestaat uit Kirsten Reijneveld, Petra Barendregt en Matthijs Eikelboom. De volgende vragen staan centraal: Hoe ziet ons onderwijs en onderzoek in dit gebouw er straks uit? Wat hebben we daar precies voor nodig? Ruurd Jorritsma, Arie van Nes, Mieke Matthijs, Gerrit Koop, Hanke Bons en Leonie Vernooij brengen tijdens de sessies als vertegenwoordigers van Landbouwhuisdieren informatie en ideeën in vanuit de afdeling, de kliniek en de Tolakkerboerderij.