Anton Pijpers, voorzitter CvB Universiteit Utrecht, over de demonstraties
Universiteit Utrecht heeft de afgelopen maanden verschillende vormen van protest gezien. In Nederland en ook bij de UU loopt de spanning daarbij op. Het College van Bestuur ontvangt dagelijks vele mails en vragen over hoe het bestuur hiermee omgaat. Anton Pijpers licht dit toe.
Kunnen studenten en medewerkers nog wel veilig demonstreren?
Vreedzaam demonstreren past in een democratie en ook bij een academische instelling: dé plek voor een open dialoog, met respect voor elkaars zienswijzen. De universiteit wil en moet een omgeving zijn waar studenten en medewerkers veilig zijn, zich veilig voelen en zich durven uitspreken over maatschappelijke kwesties. We zijn een universiteit waar demonstreren mag en kan, en we geven mensen alle ruimte om het vrije woord te benutten. Dat hebben we in de afgelopen maanden ook vele malen laten zien. Maar demonstreren is wat anders dan een terrein of gebouw bezetten en toegangsdeuren en nooduitgangen barricaderen.
Er is ingegrepen door de politie bij twee demonstraties. Wat was de reden hiervoor?
Laat ik starten met te zeggen dat ik teleurstelling voel dat dit zo is gelopen. Het valt zwaar om zulke besluiten te moeten nemen en dat doen we als CvB zeker niet lichtvaardig. Om de vraag te beantwoorden, is toch wat context nodig. We hebben het dan over twee situaties, op dinsdagavond 7 mei bij de UB, en op woensdag bij de Drift.
Wat gebeurde er op 7 mei?
Op dinsdagavond verzamelden zich steeds meer mensen op de binnenplaats van de UB. Aanvankelijk verliep dat rustig. Na verloop van tijd kwamen er steeds meer mensen bij die hun gezicht bedekt hadden en op zeker moment werd ook een barricade opgeworpen voor de toegangspoort. Wij hebben die avond meerdere malen contact gezocht om in gesprek te gaan met een delegatie van de demonstranten. Die gaven aan dit niet in een kleiner gezelschap te willen doen, maar op de binnenplaats met de hele groep. Het begon donker te worden, heel veel mensen liepen met gezichtsbedekking op, en dat voelde niet goed. Dat maakte ook dat wij meenden, dat ik niet echt in gesprek zou komen met de demonstranten.
Toen de barricade werd vergroot en versterkt kwam de veiligheid in het gedrang. Als CvB zijn wij verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers en studenten op onze terreinen en in onze gebouwen. Ik voel mij daar ook persoonlijk verantwoordelijk voor. Maar op dat moment konden wij de veiligheid niet meer garanderen. Dat werd versterkt, doordat duidelijk werd dat er mensen waren die geen student of medewerker van de UU waren, de sfeer werd ook grimmiger. We hebben mensen meerdere malen gevraagd om te vertrekken, want we hadden al aan het begin van de manifestatie aangegeven dat het terrein van de UB zoals altijd ging sluiten in de loop van de avond en dat het terrein dan verlaten zou moeten zijn.
Ik heb uiteindelijk twee keer een formeel verzoek gedaan het terrein van de UU te verlaten en daar ruim tijd voor gegeven. Veel mensen gaven daar ook gehoor aan. Er bleef een kleine groep over die dat niet deed. Daarna neemt de driehoek, i.c. de burgemeester, het Openbaar Ministerie en de politie, het over. De politie heeft ook meermalen aan de achtergebleven demonstranten verzocht om te vertrekken. Toen ze volhardden, is de politie overgegaan tot actie. Wij konden zien wat er op het binnenplein van de UBB gebeurde. Veel demonstranten liepen zelf met de politie mee, maar een beperkte groep niet en zij zijn weggevoerd. Ik had zelf de indruk, van wat ik kon zien, dat dit niet met geweld gepaard ging, wel bij sommige demonstranten met dwang, door hen op te tillen bijvoorbeeld.
En wat gebeurde er op woensdag 8 mei?
Op woensdag was er een demonstratie die uitliep op een bezetting van een onderwijsgebouw op de Drift. Ook daar hebben we geprobeerd om contact te krijgen met vertegenwoordigers van de demonstranten. Dat lukte gelukkig en we zijn uitgenodigd voor een gesprek met een woordvoerder. Dat vond plaats te midden van een grote groep demonstranten, aan de ene kant op straat, aan de andere kant in het gebouw. Iedereen heeft daar foto’s en beelden van gezien.
Ik waardeer dat het mogelijk was te kunnen praten met Raha die ik kon aankijken. Ik werd ontvangen, kreeg water aangeboden en kon me verstaanbaar maken. En het belangrijkste: we hadden contact. De felheid zat in de woorden, het onmiddellijk aan hun eisen moeten voldoen, niet in het gedrag. Wat opviel was dat de groep demonstranten binnen in het gebouw gebruikmaakten van gezichtsbedekking, de groep mensen die buiten stond niet.
Waarom is er dan toch over gegaan tot ontruiming?
Aan het eind van het gesprek te midden van al die demonstranten, heb ik nogmaals gewezen op de huisregels, en verzocht het pand om 10 uur te verlaten, sluitingstijd. Daar wilde men geen gehoor aan geven en dat heeft men ook niet gedaan. Het was ons onbekend hoeveel en welke mensen er in het pand waren. De deuren waren dicht en de deuren en ramen werden gebarricadeerd aan de binnenkant. Wij zijn als CvB altijd eindverantwoordelijk voor de veiligheid van mensen in onze gebouwen en op onze terreinen. Ik voel die verantwoordelijkheid ook heel persoonlijk. Ik kan de veiligheid van mensen niet meer garanderen als onze security geen toegang heeft, en waar deuren zijn gebarricadeerd.
We hadden vrijwel machteloos gestaan als er bijvoorbeeld brand was uitgebroken. Vandaar de keuze om het gebouw te vorderen, dus formeel op te eisen en dat je iedereen opdraagt om te vertrekken. We zijn echt altijd bereid om gelegenheid te bieden om te demonstreren, maar als we de veiligheid niet meer kunnen waarborgen, dan houdt het op. Wederom hebben we het toen over moeten dragen aan de driehoek, die het besluit vervolgens neemt of en op welke wijze ze overgaan tot ontruiming. Nogmaals, zo’n besluit valt mij zeer zwaar.
Maar het zijn je ‘eigen’ studenten en medewerkers?
De veiligheid van alle UU’ers is van het grootste belang voor mij. Ik vind het belangrijk om te zeggen dat de groepen demonstranten ook uit niet UU’ers bestond. Dat droeg helaas ook negatief bij aan de sfeer. Ons doel is altijd de-escaleren. Contact zoeken, ook al is dat niet gemakkelijk. Zeker op dinsdagavond ervaarden we een muur van mensen die geen contact wilden maken. We denken dat de diversiteit aan groepen hieraan heeft bijgedragen.
Tegen welke dilemma’s lopen jullie aan?
Een afweging die ik al noemde, is de vraag wanneer is het een demonstratie, en wanneer niet meer. We hebben nu ook in landelijk verband met alle universiteiten afgesproken wat de spelregels zijn rondom een demonstratie. Zo is gezichtsbedekking niet toegestaan. Bezetten is geen demonstreren en overnachten in gebouwen kan niet, zeker niet wanneer de veiligheid niet gewaarborgd kan worden.
Een dilemma is dat wij natuurlijk ook zien wat er in Gaza gebeurt en daardoor geschokt zijn, en toch contact met kritische partners bij universiteiten willen houden. Dat maakt dat we hier zorgvuldig naar kijken. Daar zeggen we ook iets over in ons geactualiseerde statement.
Met wie zijn jullie in gesprek?
Dat is een probleem. Dat weten we namelijk niet altijd (precies). Bij elke situatie zien we verschillende groepen en deels andere mensen. Dat maakt het voor ons onduidelijk met wie we spreken, wat de omvang is van de groep die deze mensen vertegenwoordigen.
En hoe zit dat met de medezeggenschap?
We wegen alle belangen en proberen recht te doen aan alle inbreng. Deze week zijn er verkiezingen voor de medezeggenschap, het is belangrijk dat al onze studenten gaan stemmen, een groot voorrecht in onze democratie. Dit zijn de mensen die worden gekozen om de stem van de gemeenschap te vertegenwoordigen, die dit werk namens iedereen doen. En we hebben ook met hen al meermaals kritische gesprekken gehad.
Deze medezeggenschappers moeten we koesteren, en niet in het minst de studentenvertegenwoordigers en de studentenassessoren, die ons kritisch volgen en adviseren bij onze besluiten. Let wel, zij adviseren en wij nemen de besluiten. De studentenassessoren zijn niet verantwoordelijk voor onze besluiten, ook zij zijn adviseurs. Ik hoor dat zij nu soms fel worden aangevallen op hun rol, dat is onterecht, nogmaals we moeten blij zijn dat er mensen zijn die die rol willen vervullen.
Kan iedereen zich wel echt uitspreken en kan alles gezegd worden?
Bij al onze afwegingen speelt mee dat meerdere studenten en medewerkers zich momenteel niet veilig voelen door wat er allemaal gebeurt. Dan heb ik het niet alleen over Joodse studenten en medewerkers, maar ook veel studenten die aangeven gewoon naar college te willen gaan en medewerkers die gewoon hun werk te willen doen en die zich daar nu in belemmerd voelen. Die druk voelen om zich uit te spreken of te participeren, en die daar andere keuzes in maken. Iedereen moet zich veilig voelen op onze universiteit. Wij doen er alles aan om dat mogelijk te maken, maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat we ons zorgen maken over polarisatie en welke gevolgen dat heeft.
Hoe kijk je terug?
Het was een zware week, voor iedereen die betrokken is. Voor studenten en medewerkers, en ook voor collega’s zoals security, gebouwenbeheer, onderhoud, communicatie, en ongetwijfeld ook voor de demonstranten. Ik vond het zelf ook zwaar. Het is impactvol en lastig om met mensen te praten, die erg boos zijn. Maar mijn collega-bestuurders en ik zullen blijven proberen om contact te blijven maken. Misschien hebben we dingen niet goed gedaan, maar ik wil wel in gesprek blijven, want dat is hoe we dat hier doen bij de universiteit, hoe ik dat wil doen, en ik weet zeker: mijn collega’s willen dat ook!
Zijn er lessons learned?
We hadden wellicht nog eerder en meer in gesprek kunnen zijn met onze eigen gemeenschap, wellicht hebben we te lang geprobeerd in UNL verband met alle universiteiten tot een overeenstemming te komen over wat we willen doen. Want dat heeft de afgelopen periode veel tijd gekost. In de tussentijd hebben we overigens zeker wel gesprekken gehad met vele studenten en medewerkers.
Is er tot slot nog iets dat je kwijt wil?
In gesprek zijn met elkaar betekent in mijn visie níet dat je het altijd eens moet zijn of worden met elkaar. Nu lijkt het er soms op dat als we niet meteen en volledig de eisen inwilligen, dat het gevoel dan is dat men niet gehoord is. Ik kijk daar anders naar. We hebben bijna 50.000 studenten en medewerkers met uiteenlopende visies. Ik sta ervoor dat we respect hebben voor elkaar en elkaars mening en dat we accepteren dat er mensen zijn met een andere mening, die anders denken en anders doen. Ik wil ruimte bieden voor alle UU’ers, voor al die perspectieven binnen een respectvolle dialoog en dat gaat niet via eisen.
En misschien tot slot: mensen zijn van harte uitgenodigd om mee te denken over het beleid van de universiteit. Ik hoop dat we elkaar daar de komende tijd weer in kunnen gaan vinden. Laat dit een handreiking van mij daartoe zijn.