Vertaalproject
De afronding van de Master Professioneel Vertalen is je afstudeerproject (30 EC) dat plaatsvindt in het derde semester (blok 1 en 2 van het tweede jaar). Het afstudeerproject bestaat uit:
1) een eindvertaling (Vertaalproject) van 10 EC
2) een masterscriptie van 20 EC
Planning
Aan het eind van blok 4 zal een bijeenkomst worden georganiseerd waarin de vereisten, de beoordelingscriteria en de mogelijke invulling van beide onderdelen zullen worden besproken.
Aan het begin van het semester spreek je met de begeleider een planning af. De begeleider adviseert met betrekking tot tekstkeuze. Student en begeleider maken tevens afspraken over de wijze waarop feedback wordt gegeven en besproken. Ongeveer vier weken voor het einde van het blok lever je de definitieve versie van de vertaling(en) in (deze richtlijn is flexibel, maar moet worden overeengekomen tussen de student en begeleider). De beoordeling wordt schrijfelijk bekend gemaakt, of tijdens een afrondend gesprek aan het einde van het blok.
Inhoud
Je vertaalproject bestaat uit de volgende onderdelen:
- Vertaling: Je vertaalt één of meerdere vaktalige bronteksten. De totale omvang van de bronteksten bedraagt 5.000-8.000 woorden. De vertaling(en) moet(en) gebaseerd zijn op een (of meerdere) tot op heden onvertaalde tekst(en) uit een niet-literair domein naar keuze. Je dient gebruikt te maken van computerondersteunde vertaal- en terminologietools, op voor het specifieke project relevante maniere en in overleg met je begeleider.
- Tekstanalyse: Aan de vertaling(en) moet een vertaalrelevante tekstanalyse voorafgaan aan de hand van Christiane Nords Translation as Purposeful Activity (St. Jerome, 1997). De analyse gaat in elk geval in op de eventuele verschillen tussen de door de brontekst te realiseren functie en de door de doeltekst beoogde functie en tussen het doelpubliek van de brontekst en het beoogde doelpubliek van de vertaling en op de in de tekst(en) voorkomende terminologie en fraseologie. De analyse eindigt met een systematische analyse van de verwachte vertaalproblemen en een beschrijving van de vertaalstrategieën die je gaat volgen. Deze vertaalproblemen worden besproken aan de hand van relevante vertaalwetenschappelijke bronnen.
- De eigen vertaalopvattingen waar binnen het vertaalproject aan wordt vastgehouden, dienen expliciet geformuleerd te worden en moeten eventueel worden afgezet tegen andere bestaande of mogelijke vertaalopvattingen.
- Voetnoten: Aan de vertaling(en) worden voetnoten toegevoegd waarin de gekozen vertaaloplossingen worden beargumenteerd. Desgewenst worden verworpen opties vermeld en gewogen.
- Verantwoording: De vertaling(en) wordt/worden afgesloten met een verantwoording waarin conclusies getrokken worden uit de voetnoten en waarin de vraag beantwoord wordt of de gekozen vertaalstrategieën voldeden en in hoeverre de eigen vertaalopvattingen waargemaakt konden worden. De tekstanalyse en verantwoording moeten ongeveer 2.000 woorden bedragen.
- Bibliografie: Aan het eind staat een bibliografie met de gebruikte literatuur en bronnen. Indien andere vertalingen uit parallelle of comparatieve corpora gebruikt werden, moeten die ook worden vermeld.
- Termbase: Als bijlage dient er een tweetalige termbase te worden toegevoegd. Daarin dienen alle domeinspecifieke termen uit de brontekst te worden opgenomen en van een Nederlands equivalent te worden voorzien. Van de termen uit de brontekst moeten 5 termen worden uitgewerkt in een terminologiefiche.
Beoordeling eindvertaling
De toetsing vindt plaats aan de hand van een beoordelingsformulier waarin de criteria expliciet zijn vermeld. De vertaling weegt 60% en de analyse, noten en terminologiefiche 40%.