Masterscriptie

• Je begeleider bewaakt de voortgang van je scriptie en evalueert het eindresultaat. Bij de beoordeling is altijd een tweede docent betrokken.
• Je onderzoeksvoorstel moet goedgekeurd worden door beide beoordelaars. Als je voorstel als onvoldoende wordt beoordeeld kun je het eenmaal reviseren. Indien ook de revisie als onvoldoende wordt beoordeeld, dan vervalt je recht op verdere begeleiding gedurende het blok.
• De eindversie van de scriptie moet uiterlijk op de laatste werkdag van het blok waarvoor je je hebt ingeschreven worden ingeleverd bij de beide beoordelaars, of zoveel eerder als bepaald door je eerste begeleider.
• het (onbegeleid) afronden van de scriptie kan zich uitstrekken over een langere periode, bijvoorbeeld gedurende het zomerreces.

Schrijf voordat je aan de daadwerkelijke opzet begint je voorlopige probleemstelling en hypothese op een kladje en ga daarna je probleemstelling uitwerken. Aan de hand van het onderstaande stappenplan kun je tot een goede probleemstelling komen:

1. Wat ga je precies onderzoeken? Wat is het specifieke aspect van de internationale positionering van de Nederlandse taal en cultuur waar je je in wilt verdiepen? Aan de hand van welke casus ga je dat doen?
2. Waarom wil je dit onderzoek verrichten? Wat is je motivatie? Wat voegt het onderzoek toe aan bestaande wetenschappelijke inzichten en wat is eventueel het maatschappelijke belang ervan, kortom: wat is de wetenschappelijke en de eventuele maatschappelijke relevantie van jouw onderzoek?
3. Binnen welk kader wil je het onderzoeken? Hoe is jouw vraag ingebed in een breder wetenschappelijk debat? Vanuit welk perspectief ga je het fenomeen benaderen? Welke wetenschappelijke theorieën of modellen kies je als uitgangspunten voor je onderzoek die je helpen het fenomeen te beschrijven en analyseren, en de resultaten hiervan te interpreteren en verklaren?
4. Hoe ga je aan de slag? Hoe genereer je aan de hand van een wetenschappelijk verantwoorde methode, die je in deze master geleerd hebt, gegevens en hoe analyseer en interpreteer je deze om antwoorden op je vraagstelling te verkrijgen en je hypothese te toetsen?
5. Welke specifieke vraag stel je? Welke deelvragen vloeien daar uit voort? En welke hypotheses vormen de leidraad van je onderzoek? Welk antwoord denk je door middel van je onderzoek op de specifieke vraagstellingen te kunnen geven?

Een onderzoeksopzet vertaalt een abstract thema naar een concreet onderzoek. Het biedt houvast en helpt beperkingen te begrijpen. Samenvattend bevat de onderzoeksopzet de volgende onderdelen:

• een helder afgebakende en gemotiveerde probleemstelling
• uitwerking van de hoofdvraag in deelvragen
• korte schets van het beoogde theoretisch/analytisch kader
• een plan van aanpak (methode, operationalisering) 
• een voorlopige literatuurlijst.

De onderzoeksopzet moet door zowel je begeleider als je tweede lezer worden goedgekeurd.

Upload je opzet in Osiris Student

Zijn jouw begeleider en tweede beoordelaar het eens met de opzet van je scriptie? Dan upload je de opzet in Osiris Student > Zaken > Start een nieuwe zaak met het plusje rechtsonder. Een nieuw venster opent. Zorg dat je pop-up blocker uit staat, anders wordt het nieuwe venster niet geopend. Kies Scriptie en afstuderen > GW: Scriptieopzet. Je begeleider en tweede beoordelaar stellen vervolgens officieel vast dat je dit voorstel tot een scriptie mag uitwerken. Je ontvangt hier een bevestigingsmail van.

Upload je masterscriptie in Osiris Student

Als je begeleider heeft aangegeven dat je masterscriptie klaar is voor beoordeling, ga je als volgt te werk:

• je uploadt je scriptie in Osiris Student > Zaken > Start een nieuwe zaak met het plusje rechtsonder. Een nieuw venster opent. Zorg dat je pop-up blocker uit staat, anders wordt het nieuwe venster niet geopend. Kies Scriptie en afstuderen > GW: Beoordeling scriptie

Een masterscriptie wordt door twee docenten beoordeeld. Als je begeleider een docent is verbonden aan je masteropleiding, dan is deze ook je eerste beoordelaar (ook wel ‘examinator’).

Je masterscriptie wordt beoordeeld aan de hand van dit beoordelingsformulier (doc). In het geval van een groot meningsverschil tussen de eerste en tweede beoordelaar, kan een derde beoordelaar worden ingeschakeld. De derde beoordelaar werkt altijd met een apart beoordelingsformulier (doc).

De Universiteit Utrecht vat iedere vorm van wetenschappelijke misleiding zeer ernstig op. We verwachten dat elke student op de hoogte is van de regels rond wetenschappelijke integriteit en zich eraan houdt. Zorg dus dat je bekend bent met de regels van de universiteit over fraude en plagiaat. Bij een vermoeden van fraude of plagiaat, maakt je docent of begeleider hiervan melding bij de examencommissie.

Je scriptie moet volledig je eigen werk zijn. Je mag geen chatbot (ChatGPT of andere generatieve AI) gebruiken om enig onderdeel van je scriptie te schrijven. Doe je dit wel dan wordt dit beschouwd als fraude. Als je begeleider vermoedt dat je academische fraude hebt gepleegd, dan maakt deze hiervan melding bij de examencommissie. 

Dit betekent niet dat je onderzoek naar generatieve AI moet vermijden. Je kunt de gegenereerde tekst in je scriptie bespreken, zolang de bron duidelijk wordt toegelicht en deze in je eigen woorden wordt weergegeven. Als je ergens niet zeker van bent, vraag dan je begeleider of de scriptiecoördinator om meer feedback over het juiste gebruik van generatieve AI.