Thema's Taal en Communicatie
Bij Taal en Communicatie (taalbeheersing) kun je dit jaar voor blok 4 kiezen voor het thema 'Sparren over teksten: de effectiviteit van dialogisch schrijven op de basisschool'. Je wordt begeleid door Renske Bouwer.
Sparren over teksten: de effectiviteit van dialogisch schrijven op de basisschool
In veel basisscholen is het taalonderwijs sterk verkaveld, waarbij de verschillende deelvaardigheden zoals spreken, lezen en schrijven in aparte lessen worden behandeld. Hierdoor hebben leerlingen minder kansen om taal te gebruiken als een middel om met anderen te communiceren. Bovendien heeft eerder onderzoek aangetoond dat leerlingen beter leren schrijven als ze zich bewust worden van hoe hun tekst overkomt op lezers (Rijlaarsdam et al., 2009). Om dit te verbeteren hebben wij een lessenserie voor dialogisch schrijven ontwikkeld (zie www.dialogischschrijven.nl). Dit is een integrale aanpak voor schrijf-, spreek- en leesvaardigheid in groep 7 en 8, waarbij leerlingen leren om met elkaar in gesprek te gaan over eigen geschreven teksten en op basis van deze gesprekken hun teksten reviseren. In acht lessen schrijven én herschrijven leerlingen vier overtuigende teksten over duurzaamheid: een persoonlijke ervaring, een betoog, een overtuigende brief en een reactie op een brief.
In jouw eindwerkstuk onderzoek je de effectiviteit van de lessenserie voor Dialogisch Schrijven aan de hand van al beschikbare data. De lessen zijn van oktober tot en met december 2021 in acht basisscholen door eigen leerkrachten getest middels een pretest-posttest controlegroep design. De helft van de klassen (5 klassen; 115 leerlingen) is willekeurig toegewezen aan een experimentele conditie waarin leerlingen en leerkrachten extra ondersteuning kregen voor het voeren van dialogische gesprekken over teksten. De andere helft van de klassen (5 klassen; 97 leerlingen) kreeg dezelfde lessen zonder extra ondersteuning.
Je kunt in jouw onderzoek verschillende kanten op:
- Je kunt onderzoeken wat het effect van dialogisch schrijven is op de kennis van leerlingen over schrijven. Alle leerlingen hebben na afloop van de lessenserie een adviesbrief geschreven aan een fictieve leerling om een goed cijfer voor schrijven te halen. Welke adviezen geven de leerlingen na de lessenreeks en wat zegt dit over wat ze zelf over schrijven hebben geleerd? Zien we bijvoorbeeld verschillen in de adviezen tussen de experimentele en de controlegroepen? En in hoeverre hangen de adviezen samen met de kwaliteit van deze brieven?
- Je kunt inzoomen op het revisieproces: hoe reviseren leerlingen hun teksten en in hoeverre leidt dat ook echt tot betere teksten?
- Je kunt er ook voor kiezen om de opgenomen peergesprekken te analyseren aan de hand van conversatie- of discoursanalyse. Mogelijk interessante onderzoeksvragen hierbij zijn: over welke aspecten van de tekst praten de leerlingen? In hoeverre zijn de gesprekken dialogisch van aard? Stellen ze bijvoorbeeld vragen aan elkaar, en proberen ze elkaars bijdragen te verdiepen, aan te vullen of samen te vatten? En wat nemen ze uit deze gesprekken mee bij het reviseren van hun tekst?