Eindwerkstuk

Je eindwerkstuk is een 'proeve van bekwaamheid' waarin je vaardigheden en kennis presenteert die je in de loop van je studie hebt opgedaan. Je mag hiervoor zelf een deelgebied kiezen van Nederlandse taal en cultuur. Op deze pagina en in onderstaande Handleiding eindwerkstuk kun je alle relevante informatie vinden:

> Handleiding eindwerkstuk (pdf)

Thema’s en voorbeelden

Lijsten met titels met recent afgeronde eindwerkstukken en met eindwerkstukthema’s, geordend per afdeling:

Formulieren en regelingen eindwerkstuk

De beoordeling van je eindwerkstuk verloopt aan de hand van vaste procedures. Je kunt je hierop voorbereiden door onderstaande documenten en teksten goed door te nemen voordat je begint met schrijven.

Scriptiearchief

Is je eindwerkstuk klaar en goedgekeurd? Dan moet je de definitieve versie uploaden in het scriptiearchief via Osiris > Zaken > Archiveren & publiceren scriptie - Vervolgzaak

In mijn BA-eindwerkstuk heb ik geanalyseerd hoe gender wordt gerepresenteerd in de Middelnederlandse raamvertelling De zeven wijze mannen van Rome.
Tijdens mijn scriptie-onderzoek gunde ik mezelf de ene helft van de tijd alle rust en ruimte; dan verzette ik weinig werk. De andere helft van de tijd (als er een deadline naderde) werkte ik uren en uren achtereenvolgend; van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. Omdat je tijdens het schrijven van je eindwerkstuk geen colleges volgt, valt er een bepaalde structuur uit je week weg. Je helpt jezelf enorm door bewust een nieuw studieritme te creëren en je werkzaamheden goed te spreiden.
Daarnaast vond (en vind) ik het moeilijk om mezelf te beschouwen als iemand met recht van spreken. Er was al zoveel over mijn onderwerp en onderzoeksobject geschreven; hoe kon ik daar nou, als student, iets waardevols aan toevoegen? Ik wist bij lange na niet zoveel als al die andere onderzoekers. ‘Geloof in jezelf’ klinkt misschien nogal melodramatisch, maar het is wel waar het op staat: geloof in jezelf, want je duikt dusdanig in je onderwerp, dat je echt een punt kunt maken.

Annika van Bodegraven (Middelnederlandse letterkunde)

In mijn BA-eindwerkstuk heb ik onderzoek gedaan naar een taalverwervingspatroon dat voorkomt bij kinderen met Nederlands als moedertaal (T1-sprekers) en Nederlands als tweede taal (T2-sprekers). We weten dat leerlingen van het Nederlands in het begin gebruikmaken van zogenaamde dummy hulpwerkwoorden wanneer ze de tegenwoordige tijd willen uitdrukken. Bijvoorbeeld 'het meisje doet voetballen' in plaats van 'het meisje voetbalt'. Ik heb onderzocht of de theorie klopt dat kinderen dit doen om juiste plaatsing en vervoeging van het hoofdwerkwoord te ontwijken. Dit deed ik door te kijken of het gebruik van dummy hulpwerkwoorden toeneemt naarmate de plaatsing van het verbogen werkwoord complexer wordt, en naarmate de woordfrequentie van het hoofdwerkwoord afneemt. Ik gebruikte hiervoor een bestaand corpus van gesproken Nederlands van kinderen.
Het moeilijkste onderdeel van mijn scriptie vond ik het vinden van een geschikt onderwerp. Hierna beleefde ik veel plezier aan mijn BA-eindwerkstuk. Dat het onderwerp mij interesseerde, hielp daarbij. De periode na het uitwerken van het theoretisch kader, de onderzoeksvraag en de methode (het onderzoeksplan) was relaxed, omdat ik door dat plan heel duidelijk wist welke data ik ging verzamelen en analyseren. Ik vond het leuk om steeds beter mijn onderwerp te begrijpen en meer inzicht te krijgen in het doen van wetenschappelijk onderzoek. Op momenten dat ik vastliep, accepteerde ik dat en ging ik wat anders doen om mijn hoofd leeg te krijgen. Vaak kwam de oplossing dan na een tijdje vanzelf.

Sofie van den Berg (Taalkunde)