Eindwerkstuk
Je eindwerkstuk is een 'proeve van bekwaamheid' waarin je vaardigheden en kennis presenteert die je in de loop van je studie hebt opgedaan. Je mag hiervoor zelf een deelgebied van Keltische talen en cultuur kiezen.
Vorm
Eindwerkstukken hebben een lengte van ca. 5000-6000 woorden, inclusief citaten en bijlagen. Het eindwerkstuk kan verschillende vormen hebben. Zorg voor je begint dat je begeleider de door jou gekozen vorm expliciet heeft goedgekeurd.
Voorbeelden vorm:
- een uitgewerkt literatuuronderzoek
- een recensieartikel
- onderzoek waarbij gemotiveerd verschillende standpunten naast elkaar worden gezet
- een (al of niet experimenteel ondersteunde) korte wetenschappelijke verhandeling
- een geannoteerde vertaling
- een activiteit gericht op een directe bijdrage aan onderwijs op een gespecificeerd niveau
- een gestructureerde presentatie van wetenschappelijke informatie
Hiernaast mag je in overleg met je begeleider ook een andere vorm kiezen, als het overeengekomen onderwerp van het eindwerkstuk daar aanleiding toe geeft. Bijvoorbeeld:
- een originele website, met links
- een opname op een geluids- en of beelddrager (audio, video, CD, DVD, etc.)
- een uitvoering of productie plus documentatie, etc.
Samenwerken
Het eindwerkstuk kan, in overleg met de begeleidende docent, het gezamenlijke product zijn van meerdere studenten, waarbij elke student individueel een studie-inspanning van 210 uur heeft geleverd. Deze werkvorm komt ook (ter beoordeling door de docent) herkenbaar terug in de vorm van het eindwerkstuk.
Inhoud
Het eindwerkstuk altijd is gekoppeld aan een cursus op niveau 3 en sluit inhoudelijk aan op een verdiepingspakket van de opleiding.
Begeleiding
Je bepaalt zelf in welk blok je aan het eindwerkstuk begint (mits er dan een begeleider beschikbaar is), en voltooit het eindwerkstuk binnen datzelfde onderwijsblok. Zoek tijdig contact met je beoogde begeleider (meestal de docent van de cursus waaraan het eindwerkstuk gekoppeld is) om te zien of deze beschikbaar is in het beoogde blok.
De docent begeleidt je bij de keuze van het specifieke onderwerp, bij het opstellen van een tijdspad en bij de opzet, uitwerking en afronding van de werkzaamheden.
De tweede lezer mag van buiten de opleiding Keltische talen en cultuur zijn, bijvoorbeeld als het onderwerp van het eindwerkstuk qua expertise daar aanleiding toe geeft.
Eindwerkstuk maken tijdens je studieverblijf in het buitenland
Bij een verblijf in het buitenland kun je het eindwerkstuk daar produceren, bijvoorbeeld via post- of e-mailcontact met de Utrechtse begeleider. Afspraken over inhoud en wijze van begeleiding maak je voordat het studieverblijf in het buitenland begint.
IERS - LETTERKUNDIGE ONDERWERPEN
1. In de sagaliteratuur komt vaak het concept grád écmaise voor, d.w.z. iemand wordt verliefd op een ander zonder deze persoon ooit gezien te hebben. Onderzoek dit verhaalmotief - zijn het bijvoorbeeld altijd vrouwen die verliefd worden op mannen, of ook omgekeerd? Gelden er andere regels voor mannen en vrouwen, en waarop zou dit gebaseerd zijn? Heeft het een bepaalde functie in het verhaal?
2. In de tekst Fingal Rónáin wordt de koningin verliefd op haar stiefzoon Máel Fothartaig. Het lijkt erop alsof zij hem wil dwingen met haar een relatie aan te gaan. Dit doet ze echter niet zelf, maar door een dienstmeisje te sturen. Het meisje durft hem echter niet in het openbaar te vertellen wat de koningin van hem wil. Uiteindelijk doet zij dit als ze met hem alleen is. Bekijk of en hoe de koningin Máel Fothartaig wil dwingen (welke termen worden er gebruikt in de tekst; is er sprake van een geis of een ailges e.d.), en onder welke omstandigheden moet zo'n gebod overgebracht worden om geldig te zijn?
3. De termen geilt en genit worden door elkaar heen gebruikt voor wilde mannen en gevaarlijke vrouwen. Is het mogelijk om uit de literatuur een oorspronkelijke definitie te achterhalen voor deze woorden?
4. Wat is fidchell en hoe werd het gespeeld? Tegenwoordig wordt het vaak gezien als een variant van het spel tafl, maar is dit terecht? En wat is de rol vanfidchell in de teksten? Wordt het op een bepaald moment gespeeld, onder bepaalde omstandigheden, en is het zomaar een spel of steekt er meer achter? Heeft de uitkomst van een spelletje fidchell bijvoorbeeld gevolgen voor de rest van het verhaal? Dit zou ook onderzocht kunnen worden m.b.t. andere spelen, of m.b.t. Welsh gwyddbwyll.
5. In de sagaliteratuur worden onder bepaalde (magische en negatieve) omstandigheden voorwerpen uit specifieke soorten hout gebruikt (er hoorde bijvoorbeeld een bepaalde soort doorn bij het uitspreken van een glam dícenn-satire, of een spit van het hout van de lijsterbes in het verhaal over de dood van Cú Chulainn). Welke soorten hout tref je aan, waarom zijn het juist die soorten hout en welke soort hout werd waarvoor gebruikt?
IERS - TAALKUNDIGE ONDERWERPEN
1. Glide vowels: in classical Old Irish the glide vowels -a- and -i- are used to show velarity or palatalisation respectively but not so in earlier sources, e.g.cumacht ae vs. cumachte or be i rid vs. berid . Examine the growth of the use of either of these glide vowels by comparing an early text corpus (e.g. Würzburg glosses) with a later text corpus (e.g. Milan glosses, St. Gallen glosses).
2. Orthography and spelling: in early sources (Cambrai homily, Book of Armagh) length in vowels can be shown by doubling : ee (Cambrai) vs. later é . How much does this constitute two separate spelling conventions, an earlier one and a later one which became the established convention?
3. Latin loanwords: examine one or more aspect of the Latin loanwords ( c - < p-, s- < Latin f -, Latin loanwords and syncope, unstressed vowels) in early Irish.
4. Use of cases: the accusative and dative have many functions in Old Irish ( GOI 157-158, 160-162). Examine in detail one function in one of these cases. Do we see change in that function over time (i.e. in Middle Irish period)? Can we pinpoint with some accuracy when that change occurred?
5. Comparison of adjectives: in the course of Middle Irish the use of the comparative form of the adjective is used instead of the superlative, e.g.Lucifer léom as dúru‘Lucifer, the hardest lion' (not as dúram ). Can this be explain ed? Based on a corpus of Middle Irish (e.g. Saltair na Rann ) study this development.
6. Suffixed, infixed and independent object pronouns: all three of the above types of object pronouns are found in Irish. Is it possible to explain why one type ousted (or replaced) another?
7. Nouns and stems: during the course of early Irish some noun stems go over to another stem formation. For instance, OIr. dún originally an o-stem becomes an s-stem and DIL gives OIr. áin, án ‘act of driving' as an a-stem and i-stem. Based on more examples can we see a pattern of change? Is the change unidirectional (o-stems to s-stems; i-stems to a-stems) or not?
8. Verbs: in Middle Irish certain new verbal personal endings appeared which existed side-by-side with or replaced existing OIr. personal ending, for instance – ann/-enn (Pres. Ind. 3 sg. conj.); - mit/mait (Pres. Ind. 1pl. abs.) or –at/-et (Future 1sg. abs.). Based on a corpus of Middle Irish (e.g. Saltair na Rann ) examine closely one or more of these personal endings. What is their origin? Did they replace existing endings? Why?
WELSH - LETTERKUNDIGE ONDERWERPEN
1. Wat was de rol van de poortwachter in de vroege Welshe Arthurliteratuur (Pa gwr, Culhwch ac Olwen)?
2. Bestudeer de tekst Culhwch ac Olwen, en kijk naar welke middeleeuwse Welshe wetsgebruiken hierin verwerkt zijn.
3. Bestond er een Goreu-saga?
4. Bekijk de teksten over de Dertien Schatten van het Eiland Brittannië. Welke schatten worden er genoemd? Welke hiervan komen voor in andere verhalen? Zijn de schatten ontleend aan voorwerpen uit andere landen of teksten uit bijvoorbeeld de klassieke oudheid, of juist niet?
WELSH - TAALKUNDIGE ONDERWERPEN
1. MW ry + werkwoord: grammatica's geven weliswaar een vage betekenis, zoals dat ry + preteritum een perfectum maakt. Maar hoe kan het dan dat ry ook in combinatie met het plusquamperfectum gebruikt wordt? Kortom, wat voegt ry toe aan de betekenis? Ander aspect: oude teksten gebruiken vaker ry dan nieuwere (dit is bijvoorbeeld een verschil tussen de oude en de nieuwe versie van Culhwch en Olwen). In welke betekenissen wordt ry zeldzamer en in welke blijft het behouden, en hoe gaat het stap voor stap in zijn werk? Dat zou je kunnen onderzoeken aan de hand van één of twee goedgekozen teksten uit electronisch beschikbare corpora (zie:http://www.rhyddiaithganoloesol.caerdydd.ac.uk/)
2. Teksten spingen vaak wild tussen tegenwoordige en verleden tijden: inventariseer hoe één tekst dit doet en wat de achterliggende motivatie kan zijn
3. Als het onderwerp van de zin een zelfstandig naamwoord in het meervoud is èn het volgt op het werkwoord, dan staat het werkwoord in de 3 enkelvoud. De copula lijkt zich daaraan niet of niet altijd te houden. Onderzoek dit in een grotere tekst en probeer te achterhalen of er een regel is.
4. Variatie in –t- of –th- spelling van de verbogen prepositie gan (gantawvs.ganthaw) en toevoeging of weglating van een –y- na de stam (keissawvs.keissyaw) lijkt een dialectverschil aan te tonen tussen Noord en Zuid Wales. Onderzoek of je aan de hand van deze criteria de herkomst kunt bepalen van één of twee goedgekozen teksten uit electronisch beschikbare corpora (zie:http://www.rhyddiaithganoloesol.caerdydd.ac.uk/
TEKSTEDITIES
Je kunt als eindwerkstuk een vertaling maken van een tekst die nog nooit is vertaald, heel lang geleden of heel slecht is vertaald of bijvoorbeeld alleen in het modern Welsh is verschenen. Overleg in dat geval altijd eerst met je begeleider.
- Titels van doctoraalscripties Keltisch vanaf 1980
- Titels van eindwerkstukken BA Keltisch vanaf 2004
- Titels van de eindwerkstukken MA Keltisch vanaf 2005
In het digitale scriptiearchief kun je de eindwerkstukken bekijken.
HULPBRONNEN
- Handleiding BA-eindwerkstuk (pdf)
- Stylesheet Keltisch (pdf)
- Veelgebruikte afkortingen (pdf)
- Schrijfwijzer (pdf, gebruik als richtlijn het onderzoeksverslag, en het onderzoeksplan als basis voor je projectplan)
- Je begeleider bewaakt de voortgang van je eindwerkstuk en evalueert het eindresultaat. Bij de beoordeling is altijd een tweede docent betrokken.
- In de vierde week van het blok moet je een onderzoeksvoorstel indienen. Let op: dit voorstel moet goedgekeurd worden door beide beoordelaars; alleen na goedkeuring van beide beoordelaars mag je door gaan met je plan. Als je voorstel als onvoldoende wordt beoordeeld kun je het eenmaal reviseren, in overleg met de begeleiders. Indien ook de revisie als onvoldoende wordt beoordeeld dan vervalt je recht op verdere begeleiding gedurende het blok. In je onderzoeksvoorstel moet je de volgende punten in ieder geval behandelen: (a) een gemotiveerde vraagstelling of doelstelling, (b) een plan van aanpak (operationalisering, methoden), (c) beoogd eindresultaat, (d) tijdsplanning, (e) literatuurlijst.
- De eindversie van het eindwerkstuk moet uiterlijk op de laatste werkdag van het blok waarvoor je staat ingeschreven voor het eindwerkstuk worden ingeleverd bij de beide beoordelaars, of zoveel eerder als bepaald door je eerste begeleider.
- De beoordeling van het eindwerkstuk gebeurt aan de hand van formulieren. Deze staan onder het kopje "Beoordeling".
Eindwerkstuk inleveren
Als je eindwerkstuk klaar is, moet je het inleveren in Osiris Student (je hoeft je eindwerkstuk dus niet te mailen naar je begeleider). In Osiris kun je ook de voortgang volgen en verschijnt het eindcijfer.
Als je begeleider heeft aangegeven dat je eindwerkstuk klaar is voor beoordeling, ga je als volgt te werk:
- je uploadt je eindwerkstuk in Osiris Student > Zaken > Mijn zaken > Start een nieuwe zaak met het plusje rechtsonder. Een nieuw venster opent. Zorg dat je pop-up blocker uit staat, anders wordt het nieuwe venster niet geopend. Kies Scriptie en afstuderen > GW: Beoordeling eindwerkstuk/scriptie
en - je uploadt je eindwerkstuk in Blackboard (voor een plagiaatcheck)
Heb je een voldoende?
Als je een voldoende hebt gekregen, lever je je eindwerkstuk in in het digitale scriptiearchief van de UU. Dit is verplicht.
- Ga naar Osiris Student > Zaken
- Kies Archiveren & publiceren scriptie - Vervolgzaak
- Archiveer je scriptie
Bacheloreindwerkstukken worden standaard niet gepubliceerd.
Formulieren en regelingen eindwerkstuk
De beoordeling van je eindwerkstuk verloopt aan de hand van vaste procedures. Je kunt je hierop voorbereiden door onderstaande documenten en teksten goed door te nemen voordat je begint met schrijven.
Alle bacheloreindwerkstukken worden door twee docenten beoordeeld. Als je begeleider een docent is die verbonden is aan je bacheloropleiding, dan is deze ook je eerste beoordelaar (c.q. de ‘examinator’).
Je eindwerkstuk wordt beoordeeld aan de hand van dit beoordelingsformulier (Word). In het geval van een groot meningsverschil tussen de eerste en tweede beoordelaar, kan een derde beoordelaar worden ingeschakeld. De derde beoordelaar werkt altijd met een apart beoordelingsformulier (Word).
De Universiteit Utrecht vat iedere vorm van wetenschappelijke misleiding zeer ernstig op. We verwachten dat elke student de normen en waarden inzake wetenschappelijke integriteit kent en in acht neemt.
Wanneer je start met het schrijven van je eindwerkstuk lever je daarom het Formulier verklaring kennisneming plagiaat (pdf) in. Hiermee verklaar je op de hoogte te zijn van de regels van de Universiteit wat betreft Fraude en plagiaat. Wanneer je docent of begeleider vermoedt dat er sprake is van fraude of plagiaat, maakt deze hiervan melding bij de examencommissie.
Als je onderzoek doet waarbij je mensen interviewt, vragenlijsten voorlegt of waarbij mensen op een andere manier betrokken worden, dan doe je waarschijnlijk mensgebonden onderzoek. Bekijk dan de checklist en bespreek deze met je begeleider. In de checklist vind je informatie over privacy, ethiek en datamanagement.
Scriptiearchief
Is je eindwerkstuk klaar en goedgekeurd? Dan moet je de definitieve versie uploaden in het scriptiearchief via Osiris > Zaken > Archiveren & publiceren scriptie - Vervolgzaak.