Opzet van de opleiding
De bacheloropleiding duurt drie jaar en telt 180 EC (European Credits, oftewel studiepunten). Driekwart van de opleiding bestaat uit de major (135 EC), de overige studiepunten vormen de profileringsruimte (45 EC). Binnen de major heb je een aantal verplichte cursussen (75 EC) en semi-verplichte ofwel majorgebonden keuzecursussen (60 EC).
Elk studiejaar van 60 EC bestaat uit vier periodes van tien weken. Een EC komt overeen met 28 uur studeren. De cursussen in het studieprogramma kennen drie niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad: niveau 1 (inleidend), niveau 2 (verdiepend) en niveau 3 (gevorderd). De exameneisen omtrent de niveaus van behaalde cursussen zijn te vinden in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Alle cursussen - met uitzondering van Onderzoeksmethoden, Biomedical Research Lab, Experimental Translational Medicine en het Researchproject (Plus) - hebben een studielast van 7,5 EC.
Voor een bachelorexamen Biomedische wetenschappen gelden de volgende eisen:
Een afgeronde major van 135 EC, waarvan 30 EC op niveau 3
Tenminste 45 EC op niveau 3 in major en profileringsruimte samen
Tenminste 45 EC in de profileringsruimte, waarvan tenminste 15 EC op niveau 2 of 3
Een voldoende voor de BMW Academie
In je studievoortgangsoverzicht in Osiris kun je zien aan welke exameneisen je nog moet voldoen. Daarnaast kun je altijd bij de studieadviseur terecht om je studieprogramma te laten checken.
Het doel van de bacheloropleiding is dat je kennis en inzicht opdoet in het interdisciplinaire vakgebied van de biomedische wetenschappen en in de praktijk als beginnend academicus kan bijdragen aan het oplossen van biomedische vraagstukken. Dit betekent dat je zowel theoretische als praktische biomedische problemen onderkent en deze omzet in hanteerbare vraagstellingen.
Daarnaast beschik je ten tijde van het afstuderen over de hierna genoemde competenties (academische vorming) en praktische vaardigheden die nodig zijn om deze vraagstellingen onder begeleiding op te lossen via wetenschappelijk onderzoek. Onder academische vorming wordt verstaan:
- zelfstandig academisch en wetenschappelijk denken, handelen en communiceren;
- hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium;
- (wetenschappelijk) communiceren in de Nederlandse en Engelse taal;
- hanteren van specifieke kennis van het vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische en maatschappelijke context;
- het reflecteren op eigen studie en ontwikkeling;
- het zich eigen maken van gedragsnormen die gelden tijdens de studie en binnen de wetenschap.
Je wordt vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met de theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast vorm je je tot een academicus die nadenkt over de grondslag van het vak en in staat is te reflecteren op het eigen professionele handelen en ethische en normatieve vragen.
Wanneer je bent afgestudeerd dien je kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes te hebben ontwikkeld, zoals wordt gespecificeerd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Het verplichte deel (rode cursussen in het studieprogramma) van de major bestaat uit de majorgebonden verplichte cursussen met een totale studielast van 75 EC. Dit zijn cursussen die iedere student moet volgen en die niet alleen een brede basis leggen op het terrein van de biomedische wetenschappen, maar ook op de academische en algemene vaardigheden die een BMW-student nodig heeft.
Gedurende je hele bachelor volg je de BMW Academie, waarbij je academische en professionele ontwikkeling centraal staan. Via diverse bijeenkomsten werk je aan vaardigheden zoals academisch studeren, presenteren, schrijven, timemanagement en samenwerken. In de BMW Academie kijk je samen met medestudenten en je tutor hoe je je eigen ontwikkeling positief kan beïnvloeden en welke mogelijkheden daarvoor binnen en buiten de opleiding zijn. Je dient de BMW Academie met een voldoende af te ronden om te kunnen afstuderen.
Bekijk hier meer informatie over de BMW Academie.
Het semi-verplichte deel van de major bestaat voor het grootste deel uit majorgebonden keuzecursussen (gele cursussen in het studieprogramma). Deze cursussen bieden een brede oriëntatie op een deelgebied van de biomedische wetenschappen. Van deze 10 cursussen moet je er tenminste vijf volgen, waaronder in ieder geval de cursus Moleculaire biologie van de cel (MBoC) in het tweede jaar. Het onderwerp van het essay in deze cursus is vrije keuze.
Let op dat je genoeg cursussen op niveau 3 volgt in het semi-verplichte deel, namelijk 30 EC. Dat is naast MBoC en het Researchproject nog één biomedische keuzecursus (geel of groen) van 7,5 EC.
Het sluitstuk van de opleiding is het Researchproject (Plus), dat eveneens binnen het semi-verplichte deel valt. In dit project verricht je een klein onderzoek dat ingekaderd moet worden in een literatuurstudie over het desbetreffende onderwerp. Het Researchproject wordt bij voorkeur uitgevoerd aan het eind van de bacheloropleiding en heeft een studielast van 15 EC. Het Researchproject Plus heeft een studielast van 22,5 EC.
Een kwart van de bacheloropleiding is vrij in te vullen (45 EC). In deze profileringsruimte kun je cursussen volgen uit het totale cursusaanbod van de UU, maar ook bij een andere universiteit in Nederland of in het buitenland. In je profileringsruimte kun je daarnaast cursussen volgen die worden aangeboden door Biomedische wetenschappen waarmee je jezelf goed kunt voorbereiden op een biomedische masteropleiding die je na je bachelor wil volgen. In de profileringsruimte kun je ook een minor van 30 EC volgen.
Let op dat je genoeg cursussen op niveau 2 en 3 volgt in de profileringsruimte, namelijk 15 EC. Daarnaast dien je in de gehele bachelor 45 EC op niveau 3 hebben behaald.
Een leerlijn is een thema of vaardigheid die in meerdere cursussen terugkomt. De opleiding ontwikkelt vijf leerlijnen en onderdelen van de leerlijnen kun je herkennen aan de verschillende iconen die terugkomen in de blokboeken van de cursussen.
Professionele vaardigheden
Bij de opleiding willen we je optimaal voorbereiden op een toekomst als academisch professional. Naast het opdoen van wetenschappelijke kennis en ontwikkelen van academische vaardigheden, vinden wij het ook belangrijk dat je je kunt ontwikkelen als persoon. We willen je stimuleren om al vanaf de start van de studie na te denken over de vragen: Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? Om je optimaal te ondersteunen bij je persoonlijke ontwikkeling zorgen we dat je tijdens de gehele bachelor regelmatig kan stilstaan bij deze vragen. Dit onderwijs vormt de leerlijn Professionele Vaardigheden dat terugkomt zowel in de cursussen als bij de begeleiding door je tutor en mentor. In het eerste jaar ligt de focus op de basisvaardigheden die nodig zijn voor een succesvolle overgang van middelbare school naar de universiteit. In het tweede en derde jaar van de studie verschuift de aandacht meer naar vaardigheden die bijdragen aan de ontwikkeling als academicus en toekomstig young professional. Naarmate de studie vordert word je gestimuleerd om steeds meer eigen verantwoordelijkheid te nemen en eigen keuzes te maken met betrekking tot je persoonlijke ontwikkeling.
Academisch schrijven
In de opleiding wordt er veel geoefend met het schrijven van wetenschappelijke teksten, zoals practicumverslagen, literatuurstudies en onderzoeksvoorstellen. Deze zijn bedoeld om peers en/of het grote publiek te informeren over onderzoek. De leerlijn Academisch Schrijven zorgt ervoor dat schrijfopdrachten in de bachelor beter op elkaar worden afgestemd.
- Ga naar de uitgebreide handleiding academisch schrijven van de opleiding.
Onderzoeksvaardigheden
Binnen de opleiding staat de ontwikkeling van jou als kritisch en zelfstandige jonge academicus binnen het biomedisch vakgebied centraal. Een belangrijk onderdeel van de opleiding is dan het ook trainen van verschillende onderzoeksvaardigheden die cruciaal zijn voor jouw toekomstige werkveld. Deze training is ondergebracht in de leerlijn Onderzoeksvaardigheden, waarin de zogeheten onderzoekscyclus centraal staat. Gedurende je opleiding ontvang je vanuit de leerlijn allerlei achtergrondinformatie over de verschillende fasen van deze onderzoekscyclus en organiseren we allerlei activiteiten waarin je actief met deze informatie aan de slag gaat. De kennis en ervaring die je hierbij opdoet breng je vervolgens direct in de praktijk bij het uitvoeren van de opdracht(en) voor de (keuze)cursus die je op dat moment volgt.
Data science
In de leerlijn Data Science leer je over wetenschappelijke methoden om biomedische onderzoeksdata te organiseren en te analyseren. In de leerlijn komen alle aspecten van de onderzoeks- en datacyclus aan bod. Je leert hoe je een goede onderzoeksvraag en onderzoeksontwerp opzet, hoe je data kunt verzamelen en verwerken, en hoe je aan de hand van statistische analyses betekenisvolle conclusies kunt trekken. Met behulp van statistiek- en programmeersoftware zoals R en Python leer je (grote) datasets te organiseren en analyseren. Je gaat daarbij bijvoorbeeld aan de slag met genomics- en transcriptomics-data en machine learning.
Daarnaast leer je methodologische en statistische aspecten van wetenschappelijke artikelen te lezen en te analyseren. Ook maak je kennis met de principes van goede wetenschap omtrent data science. Zo zullen bijvoorbeeld de internationale FAIR-principes aan bod komen, die stellen dat wetenschappelijke data Findable, Accessible, Interoperable en Reusable moeten zijn.
Oog voor impact
Als student Biomedische wetenschappen is het belangrijk dat je je bewust wordt van de impact van biomedisch onderzoek op de maatschappij, en wat jouw rol als toekomstig onderzoeker daarin is. Hoe kijken anderen, bijvoorbeeld patiënten of politici, naar biomedische innovaties? Welke ethische vragen spelen er bij het ontwikkelen van nieuwe biomedische technologieën? Hoe zit het met de wet- en regelgeving, bijvoorbeeld bij gebruik van patiëntendata of proefdieren? Kortom, hoe zorg je dat je op een integere en transparante manier onderzoek doet en hoe communiceer je daarover met de maatschappij?