Onderwijskenmerken
De opleiding werkt vanuit een onderwijsconcept en een onderwijsvisie. We verwachten van jou dat je binnen de opleiding bepaalde vaardigheden ontwikkelt om aan de gestelde eindtermen te voldoen. Ook verwachten we dat je op de hoogte bent van de regels.
De opleiding wordt elke 5 jaar getoetst op kwaliteit. Geïnteresseerden kunnen de resultaten vinden bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO.
Inrichting en vormgeving van het onderwijs
Wat kunnen studenten van ons verwachten?
Van brede basis naar specialisatie
Het onderwijsprogramma vormt een samenhangend geheel. De opbouw naar inhoud loopt van oriëntatie naar specialisatie: in jaar 1 wordt de kennisbasis gelegd en komen alle subdisciplines van de psychologie aan bod. In jaar 2 en 3 kun je jezelf via een breed cursusaanbod specialiseren.
Van inleidend tot gevorderd
In de bachelor- en masterfase wordt systematisch, samenhangend en expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van academische vaardigheden.
Verantwoordelijkheid en complexiteit
De didactische opbouw van de studie loopt van ‘docent gestuurd’, naar ‘gedeelde sturing’ naar ‘student gestuurd’. De complexiteit van leertaken loopt van ‘eenvoudig’, ‘gemiddeld’, tot ‘complex’.
Accenten in de opleiding
Onderzoek geïntegreerd in het onderwijsprogramma
Vanaf het begin van de opleiding worden studenten uitgedaagd mee te denken over onderzoek. Ze zetten een eigen onderzoek op. Ze gaan kritisch om met gepubliceerde bronnen. Ze analyseren theoretische modellen op bruikbaarheid. In de bachelorfase ontwikkelt de student zich tot aspirant-onderzoeker en professional.
Leren door ervaren
Studenten worden in alle cursussen gestimuleerd om met de studiestof aan het werk te gaan. Ze voeren opdrachten uit, waardoor ze zelf vragen formuleren, relevante informatie zoeken, kennis toepassen, individueel of samen met anderen problemen oplossen, die oplossingen schriftelijk of mondeling presenteren, enzovoorts. Zo maken studenten zich inhoudelijke kennis eigen en ontwikkelen ze academische vaardigheden. Zelfstudie vormt hiervoor een voorwaarde.
Professionele opdrachten
De opdrachten zijn authentiek doordat ze ontleend zijn aan de praktijk van zowel de psycholoog-als-onderzoeker als de psycholoog-als-professional. Zo krijgen de studenten al aan het begin van de studie een concreet beeld van het soort problemen en taken waar ze als afgestudeerd psycholoog mee aan de slag moeten.
Wetenschappelijke aanpak
Studenten werken op een wetenschappelijke manier aan (vereenvoudigde) praktijkopdrachten waarin ze beslissingen moeten nemen over ingrepen, behandelplannen en adviezen. Deze beslissingen beargumenteren ze vanuit theoretische inzichten en modellen.
Brede basis met veel keuzemogelijkheden
De bachelorfase start met een brede basis met veel keuzemogelijkheden en loopt uit in een keuze voor een specialisatie. De student krijgt de mogelijkheid zich breed te oriënteren én te profileren. In de bachelorfase wordt de masterfase voorbereid.
Kleinschaligheid en cohesie
Via werkgroeponderwijs en individuele begeleiding wordt hieraan gewerkt. Studenten worden in hun ontwikkeling naar aspirant- en juniorpsycholoog begeleid door docenten in hun rol van expert en coach. Docentbegeleiding en tutoraat zijn erop gericht studenten te ondersteunen bij het maken van keuzes.
Voor de extra ambitieuze student zijn er Honours-programma’s.
Evenwicht in individueel en teamwerk
In de opleiding worden individueel en samenwerkend leren afgewisseld en ontwikkelen studenten zich tot startbekwame peer-reviewers. Leren samenwerken en peer-reviewen is een doel op zich, waarbij individuele toetsing van de voortgang in het eigen leerproces van elke student afzonderlijk vooropstaat.
Geïnteresseerd in ons onderwijsconcept? Download de totale beschrijving van onze onderwijsvisie en –concept (pdf).
Psychologie aan de Universiteit Utrecht
…biedt de student:
- Een hoogwaardige opleiding, waarin de student leert vragen en problemen aan te pakken op een wetenschappelijk verantwoorde wijze en waarin de student zich ontwikkelt tot een volwaardig en betrokken lid van de academische gemeenschap.
- Uitdagend en gevarieerd onderwijs, waarin de student werkt aan problemen die een duidelijke relatie hebben met de verschillende profielen waarvoor wordt opgeleid: de onderzoekspraktijk en de professionele praktijk.
- Deskundige docenten die studenten coachen in hun ontwikkeling naar psycholoog - onderzoeker en hen inspireren het beste uit zichzelf te halen.
- Een brede oriëntatie in de bachelor met veel keuzemogelijkheden binnen en buiten de psychologie en een breed scala aan programma’s in de master.
- Adequate voorlichting en begeleiding op momenten die er toe doen.
…vraagt van de student:
- Interesse in het gedrag van mensen en in het doorgronden van dat gedrag.
- Communicatieve vaardigheden, reflectief en analytisch vermogen.
- Liefde voor het vraagteken, zich uitgedaagd voelen door onzekerheden.
- De motivatie om het beste uit zichzelf te halen, door verantwoordelijkheid te nemen en inzet te tonen.
- Openstaan voor de overtuiging dat de wetenschappelijke benadering van problemen meerwaarde oplevert.
Geïnteresseerd in onze visie? Download de hele beschrijving van onze onderwijsvisie en -concept (pdf).
Studeren in de bachelor-masterstructuur heeft als voordeel dat er een grote mate van keuzevrijheid is. Dit betekent echter dat je veel bewuster naar de eigen studieloopbaan zult moeten kijken dan wanneer je een vastomlijnd, voorgestructureerd programma volgt. Je zult ook eerder keuzes moeten maken en verder vooruit moeten kijken om de consequenties van die keuzes te beschouwen. Reflectie op de eigen vaardigheden en het behaalde niveau daarin is belangrijk.
Feedback van docenten, maar ook van andere studenten geeft een basis om naar de eigen ontwikkeling te kijken. Een duidelijk opgebouwde leerlijn in de vaardigheden tijdens de bachelorfase moet behulpzaam zijn om het eigen niveau te kunnen peilen. Die leerlijnen en opbouw daarin is voor een deel aangebracht in het programma van de major (major verplicht en major keuze). Voor een ander deel heeft men zelf de vrijheid om bepaalde vaardigheden verder uit te bouwen en eigen accenten te leggen, met name door de keuze van cursussen in de profileringsruimte.
Per studieonderdeel wordt in werkboeken, bijvoorbeeld in instructies bij opdrachten, aangegeven op welke specifieke aspecten van academische vaardigheden het accent ligt in het betreffende studieonderdeel. Feedback krijgen (en geven) en vervolgens verwerken in een kritische terugblik op het behaalde leerresultaat en niveau vormen belangrijke elementen in de ontwikkeling van een academische werkhouding.
Tijdens de bacheloropleiding komen de algemene academische vaardigheden aan bod en wordt een begin gemaakt met de vakspecifieke vaardigheden.
In de master train je meer gespecialiseerde academische vaardigheden, waarvan de aard afhangt van de gekozen master. In een beroepsgerichte psychologiemaster zal men bijvoorbeeld cliëntgerichte vaardigheden leren en in een research-master leer je onder andere geavanceerde onderzoeksvaardigheden.
Het oefenen met verschillende academische vaardigheden gebeurt binnen cursussen en werkgroepen. De docenten geven opdrachten die gericht zijn op vakinhoud en academische vaardigheden. De vaardigheden die per cursus aan bod komen, zijn te vinden in de cursusbeschrijving en/of de cursushandleiding.
Wat moet je zelf doen?
Je houdt zelf bij in welke elementen van de academische vaardigheden er nog nieuwe leerpunten te behalen zijn.
Op cursusniveau is bekend welke elementen van deze vaardigheden in de gegeven opdrachten met name aandacht zullen krijgen. Op deze manier ben je in staat een representatief overzicht van je prestaties op te stellen. Dit biedt inzicht in de breedte van de ontwikkeling van je sterke en zwakke punten.
Samen met de tutor kan in plenaire en individuele bijeenkomsten besproken worden bij welke vaardigheden er nog extra investeringen nodig zijn.
De academische vaardigheden
Basisvaardigheden
De mate waarin de student op academisch niveau kan leren en communiceren in het Nederlands en in het Engels en vaardig is in het gebruik van informatie- en communicatietechnologie.
Communicatieve vaardigheden
Het kunnen schrijven van diverse typen teksten, het mondeling presenteren, het discussiëren en beargumenteren, gespreks- en andere contactuele vaardigheden.
Organisatorische vaardigheden
Het plannen en organiseren, het kunnen samenwerken met anderen.
Vaardigheden in academisch denken
Het systematisch verzamelen, bestuderen, structureren en beoordelen van informatie; het kritisch bestuderen en analyseren van theorieën, beweringen en bevindingen; het ontwikkelen van een standpunt, een model of een aanpak.
Vaardigheden in wetenschappelijk onderzoek
Onderzoeksrapportages kunnen analyseren en kritisch kunnen beoordelen; zelf een onderzoek kunnen voorbereiden en opzetten; wetenschappelijk instrumentarium verantwoord kunnen hanteren; materiaal / data kunnen produceren / verzamelen; deze kunnen verwerken, bewerken en analyseren; onderzoek mondeling en schriftelijk kunnen rapporteren.
Beroepsspecifieke vaardigheden
Afhankelijk van de gekozen oriëntatie ; bijvoorbeeld een intakegesprek kunnen voeren, diagnostisch onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren, een handelingsplan kunnen schrijven.
Reflectieve vaardigheden
Informatie in een bredere wetenschappelijke context kunnen plaatsen; een uitwisseling van argumenten kunnen plaatsen in een wetenschapsfilosofische context; kunnen handelen en denken met zicht op de maatschappelijke / culturele context; kunnen handelen en werken vanuit een ethisch perspectief; kunnen reflecteren op het eigen functioneren als academicus en dat van anderen; zich bewust zijn van de eigen specifieke verantwoordelijkheden als psycholoog en die van anderen; keuzes kunnen maken, beargumenteren en verantwoorden.
De bacheloropleiding Psychologie leidt op tot een academisch werk- en denkniveau. Alle eindtermen staan in het Onderwijs- en examenreglement (OER) - doel van de opleiding.
In grote lijnen:
- Een wetenschappelijke houding.
- Voldoende kennis van methodologie en statistiek om in de psychologie de literatuur op haar merites te kunnen beoordelen.
- Voldoende oefening in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek om onder supervisie onderzoek in de psychologie uit te kunnen voeren.
- Kennis en overzicht van de belangrijkste deelgebieden van de psychologie en hun samenhang.
- Diepgaande kennis van tenminste één van de subdisciplines.
- Kennis van de biologische basis en maatschappelijke context van het menselijk gedrag en
- Inzicht in de historische en wetenschapstheoretische grondslagen van de psychologie.
Exameneisen geven aan aan welke voorwaarden je moet voldoen om recht te hebben op een bachelordiploma. Zie het Onderwijs - en examenreglement (OER).
Wat moet je doen om aan de exameneisen te voldoen?
Bij het aanvragen van het bachelordiploma wordt zorgvuldig nagegaan of aan alle exameneisen is voldaan. Je moet er bij de inrichting van je studie en de keuze van studieonderdelen dus terdege rekening mee houden.
Verder hebben keuzes natuurlijk ook een inhoudelijke betekenis, bijvoorbeeld waar het gaat om mogelijkheden op de arbeidsmarkt, toelating tot vervolgopleidingen (zoals de academische masteropleidingen) en soms ook toelating tot postmaster-opleidingen.
Alle studieonderdelen van het basisprogramma van de major Psychologie liggen vast en zijn verplicht. Het is van belang om op de exameneisen te letten bij de inrichting van het keuzedeel van de major en van de profileringsruimte.
Er is veel mogelijk. Stel je daarom de volgende vragen:
- Welke studieonderdelen zijn voor alle studenten psychologie verplicht?
- Bij welke studieonderdelen kun je kiezen uit een beperkt aantal mogelijkheden?
- Bij welke studieonderdelen kan je volledig vrij een keuze maken?
- Wat is het type en niveau van de studieonderdelen?
Voor de hele bacheloropleiding Psychologie geldt dat:
- in totaal 180 studiepunten moeten zijn gerealiseerd
- daarvan moeten 135 studiepunten zijn gerealiseerd in de major Psychologie
- tenminste 45 studiepunten zijn gerealiseerd op niveau 3
Voor de major Psychologie geldt:
- het gehele basisprogramma van 75 studiepunten is verplicht; daarin is geen keuze mogelijk
- het basisprogramma omvat ook het bacheloronderzoek met daarbinnen het behalen van de 12 proefpersoon uren
- in het major keuzedeel moeten 60 studiepunten zijn gerealiseerd
- minimaal 37.5 studiepunten van de 135 studiepunten die de major omvat moeten zijn gerealiseerd in studieonderdelen van niveau 3
Voor het major keuzedeel geldt:
- minimaal 15 studiepunten moeten gerealiseerd zijn in maatschappelijk context cursussen
- minimaal 15 studiepunten moeten zijn gerealiseerd in theoretische cursussen
- minimaal 7,5 studiepunten moeten zijn gerealiseerd in cursussen professionele vaardigheden
- één van de cursussen Advanced Research Methods and Statistics for Psychology moet met goed gevolg zijn afgesloten (7,5 studiepunten)
- trainingen onderzoeksvaardigheden (in totaal 7,5 studiepunten) zijn verplicht
- keuzeonderdeel (maak een keuze uit een theorie, professionele vaardigheid of een maatschappelijk context cursus).
Voor de profileringsruimte geldt:
- minimaal 15 studiepunten moeten zijn gerealiseerd in studieonderdelen van niveau 2 of hoger
Het onderwijsprogramma van de opleiding Psychologie is behalve op kennisverwerving nadrukkelijk gericht op academische vorming en de ontwikkeling van academische vaardigheden. Een van de vaardigheden is een duidelijk en controleerbaar onderscheid maken tussen eigen ideeën en teksten en die van anderen. Plagiaat geldt in de wetenschap, en dus ook in de opleiding Psychologie, als een zeer zware overtreding.
Van jou wordt verwacht dat jij altijd eerlijk en nauwkeurig aangeeft aan wie ideeën en inzichten zijn ontleend en dat jij in de werkstukken zorgvuldig en duidelijk onderscheid maakt tussen het citeren en parafraseren van anderen en eigen ideeën en bewoordingen.
Sancties
Zie artikel 5.13 in het Onderwijs- en examenreglement (OER) - fraude en plagiaat.
Controle
Het onderwijsinstituut maakt gebruik van software die werkstukken van studenten controleert op plagiaat. Vermoeden van plagiaat wordt gemeld bij de examencommissie. Indien de examencommissie plagiaat vaststelt, wordt een sanctie opgelegd die kan variëren van uitsluiting van de cursus tot uitsluiting van deelname aan het onderwijs gedurende een jaar.
Wat is plagiaat?
Plagiaat is volgens Van Dale “het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk”.
Natuurlijk wordt er in de Sociale Wetenschappen vaak met denkbeelden en producten van anderen gewerkt. Voortbouwen op andermans werk is zelfs een van de belangrijkste kenmerken van wetenschap. De student moet echter altijd nauwkeurig aangeven aan wie ideeën en inzichten zijn ontleend, en voortdurend bedacht zijn op het verschil tussen citeren, parafraseren en plagiëren.
Niet alleen bij het gebruik van gedrukte bronnen, maar zeker ook bij het gebruik van informatie die van het internet gehaald wordt, dient de student zeer zorgvuldig te werk te gaan bij het vermelden van de informatiebronnen.
Gebleken is dat studenten vaak niet weten dat plagiëren niet mag. Knippen en plakken van bijvoorbeeld internet vinden zij vaak heel gewoon. Om plagiaat te vermijden dient de student een verwijzing (in de tekst of in een noot) te plaatsen in alle gevallen waarin gebruik gemaakt wordt van:
- directe citaten van iemands geschreven of gesproken woorden — directe citaten moeten bovendien tussen aanhalingstekens geplaatst worden of door middel van inspringen (“block quote”) of een vergelijkbare typografische aanduiding onderscheiden worden van de rest van de tekst;
- parafrases van iemands geschreven of gesproken woorden;
- redeneringen en inzichten van iemand anders;
- alle feiten en overzichten die niet algemeen bekend (“common knowledge”) zijn.
Checklist
Om vast te stellen of er eventueel sprake is van plagiaat wordt in de faculteit Sociale Wetenschappen de volgende checklist gebruikt:
- Het knippen-en-plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing.
- Het knippen-en-plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing.
- Het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften, of encyclopedieën zonder aanhalingstekens en verwijzing.
- Het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing.
- Het opnemen van een parafrase van bovengenoemde teksten zonder verwijzing. Een parafrase mag nooit bestaan uit het louter vervangen van enkele woorden door synoniemen.
- Het gebruik van foto’s, video’s, geluidsfragmenten, testmateriaal of illustraties zonder toestemming en verwijzing.
- Het overnemen van werk van andere studenten en dit door laten gaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat.
- Het zonder uitdrukkelijke toestemming van de docent indienen van essays of werkstukken die al in een andere cursus zijn gebruikt.
- Eerder eigen werk gebruiken als basis voor een nieuw werkstuk zonder naar het oorspronkelijke werk te verwijzen.
- Het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven.
Er zijn algemene inspanningseisen en specifieke ingangseisen.
Algemene eisen zijn het deelnemen aan toetsonderdelen en verplichte aanwezigheid bij werkgroepen, practica en andere werkvormen.
De specifieke eisen gelden voor bepaalde cursussen en zijn in de cursusbeschrijvingen te vinden. Voorbeelden hiervan zijn: actieve deelname aan de werkgroepactiviteiten; het tijdig inleveren van opdrachten.
Bij de cursusbeschrijvingen in OSIRIS en in de cursushandleiding op Blackboard staat beschreven wat de inspanningseisen bij de cursus zijn.
Waarom inspanningseisen?
Soms is het niet mogelijk om aan de eindtermen te voldoen zonder aan bepaalde inspanningseisen te voldoen.
Als bijvoorbeeld discussievaardigheid in de eindtermen van een cursus is opgenomen, kun je deze alleen verwerven, uitbouwen en tonen door actief aan werkgroepdiscussies deel te nemen. Actieve deelname aan discussies kan dan als inspanningseis worden opgenomen voor deze cursus.
Als ‘het kunnen samenwerken’ als cursusdoel is omschreven, kan de inspanningseis luiden dat je jezelf niet aan het groepswerk mag onttrekken.
Soms worden inspanningseisen geformuleerd als het didactisch concept van de cursus daar om vraagt, bijvoorbeeld in het geval van 'rollenspelen', 'peer-assessment', 'debating' of 'discussion boards'.
Wat gebeurt er als je niet voldoet aan de inspanningseisen?
Als je niet aan de inspanningseisen van een cursus voldoet kun je door de coördinator uit de cursus verwijderd worden. Ook het recht op een aanvullende toets vervalt indien je niet aan de inspanningsverplichting voldoet.
Zie ook de paragraaf over aanvullende toetsen. De consequentie is dat je in het lopende studiejaar de cursus niet meer kan afronden. Beroep kan worden aangetekend bij de directeur van de opleiding. Zie de regeling verzoeken Psychologie.
Werkvormen
De opleiding Psychologie gebruikt verscheidene activerende werkvormen.
Van het volgen van hoorcolleges tot het zelfstandig maken van opdrachten. In overeenstemming met het didactisch concept van de opleiding kiezen we de werkvormen die het beste passen bij de leerdoelen van een cursus.
Van jou wordt meer verwacht dan het bestuderen van literatuur en het op grond daarvan kunnen reproduceren van leerstof:
- je voert opdrachten uit,
- formuleert vragen,
- zoekt relevante informatie,
- past kennis toe,
- lost individueel of samen met anderen problemen op en
- presenteert die oplossingen schriftelijk of mondeling, enzovoort.
Je maakt je dus niet alleen inhoudelijke kennis eigen, maar ontwikkelt ook academische vaardigheden.
Aanwezigheidsverplichting
Met dergelijke werkvormen is het nodig dat je aanwezig bent. Voor een deel van de activiteiten in de cursussen is daarom aanwezigheid verplicht en heeft het niet verschijnen zonder een heel goede reden uitsluiting van de cursus en de toetsing tot gevolg (zie inspanningseisen in menu hierboven).
Toetsvormen
Beoordeling en toetsing sluiten aan op de leerdoelen en werkvormen van een studieonderdeel. Verschillende toetsingswijzen worden gecombineerd.
Bijvoorbeeld: beoordeling vindt plaats op grond van zowel schriftelijke toetsen als opdrachten. Ook de vorderingen op het gebied van academische vaardigheden (zie menu hierboven) zijn onderwerp van beoordeling.