Studieprogramma

In dit vak maak je allereerst kennis met de opbouw van de bacheloropleiding Zorg, gezondheid en samenleving en de onderwijsfilosofie. Inhoudelijk richt dit vak zich op genetische en celbiologische principes rondom de vroege stadia van het leven van mens en dier. De onderwerpen: embryologie, celbiologie, voortplanting, biochemie en genetica ga je bij verschillende diersoorten met elkaar vergelijken. Ook komen biologische, ethische en filosofische onderdelen van leven aan bod. Je begint je academische vorming met ‘werken in teams’, ‘over grenzen kijken’, ‘de wetenschappelijk onderzoekscyclus’ etc.

Hoe is in Nederland de (dier)gezondheidszorg ingericht? Welke organisaties houden zich hier mee bezig? Hoe is de zorg op overheidsniveau georganiseerd? Welke keuzes zijn er in het verleden gemaakt? Dit vak geeft een overzicht van het gezondheidszorgstelsel voor mens en dier en daarnaast kennis en inzicht over de achtergronden. Je leert dat niet één oplossing de beste is voor de uitdagingen waar we in de gezondheidszorg voor staan, en dat dit maar net afhangt vanuit welk perspectief je ernaar kijkt.

De vraag wat ziekte is, kun je op verschillende manieren beantwoorden. Een (dieren)arts stelt ziekte in de eerste plaats vast aan de hand van symptomen, biologen bepalen ziekte door de moleculaire basis ervan uit te zoeken. Kennis op moleculair niveau speelt een belangrijke rol bij de behandeling van een ziekte. Dit vak vormt de wetenschappelijke basis voor het begrip over hoe moleculen in het lichaam werken.

Dit vak bouwt voort op het vak Vroege ontwikkeling en gaat over de embryonale ontwikkeling vanaf de vroege ontwikkeling van organen en weefsels tot en met het resultaat in een volwassen mens of dier. Samen met andere studenten werk je aan één van de vier orgaansystemen die centraal staan. Je verdiept je in het basisbouwplan van dieren. De onderwerpen: embryologie, anatomie en fysiologie ga je bij verschillende diersoorten met elkaar vergelijken.

Hoe verdelen we beperkte middelen in een samenleving met aandacht voor de relatie tussen een persoon en een gemeenschap? Wat is de kern van een mens, hoe verschilt deze van een dier? Wat betekent het om een gelukkig of gezond leven te leven? Dit vak is een inleiding in de filosofie en ethiek voor academische professionals. Je leert verbanden leggen tussen filosofie, ethiek en thema's in de gezondheidszorg of je persoonlijke leven. Je oefent met vaardigheden als ‘gesprek voeren’, ‘luisteren’, ‘argumenteren’ en ‘schrijven van een opstel’.

Wat houdt ons gezond? Wanneer leidt een gebrek tot ziekte? Welke mogelijkheden heeft een lichaam om dit goed te maken? Dit vak bouwt voort op de vakken Vroege ontwikkeling en Systemen op moleculair niveau uit het eerste jaar en bereidt voor op het vak Mechanismen van ziek en gezond in het tweede jaar. Aan bod komen onderwerpen als: het immuunsysteem, endocrinologische systemen, mechanisme van ziek en gezond, bedreigingen van homeostase (balans).

Binnen dit vak loop je drie korte stages. Je maakt kennis met de beroepspraktijk van de zorgprofessional en de omgeving van de (dier)gezondheidszorg. Je krijgt inzicht in de maatschappelijke vraagstukken in diverse sectoren en de betekenis daarvan voor het beroep van de zorgprofessional. Tijdens deze cursus schrijf je een zelfreflectie en plan over hoe jij verder wilt kennismaken met de beroepspraktijk.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: onderzoekscyclus en de betekenis voor de professional; bias (vooroordeel).

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: microbiologie, parasitologie, diagnostiek, interventies.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: vergelijkende pathofysiologie en pathologie; ziek en gezond; ontsporingen van homeostase (balans).

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: data (gegevens), epidemiologie, statistiek, omgaan met risico’s.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: farmacologie en therapie; hoe geneesmiddelen in een lichaam hun werk (kunnen) doen.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: structuur van de zorg; kwaliteit, kwaliteitszorg, kwaliteitsborging; invloed van sociaal economische omstandigheden.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: data (gegevens) en technologie; kunstmatige intelligentie; innovatie.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: het begrijpen van (dier)gedrag en een inleiding in psychologie en psychiatrie.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: stage in een klinische praktijk, bijvoorbeeld een apotheek, huisarts- of dierenartspraktijk, verpleeg- of ziekenhuis; privacy; ethiek.

Dit vak gaat over nieuwe technieken in de (dier)gezondheidszorg en de gevolgen hiervan voor mens, dier en samenleving.

Dit vak gaat over wat een gezonde leefomgeving is en hoe dat kan worden verstoord of bevorderd.

Dit vak gaat over de volgende onderwerpen: spieren en spierafbraak; over ouder worden met daarbij ook aandacht voor bijvoorbeeld de filosofie en ethiek van ouder worden.

Je kiest voor een vak dat aansluit op het masterprogramma Diergeneeskunde, Farmacie of SUMMA (Selective Utrecht Medical Master) of een ander vak dat je interessant vindt.

Dit vak wordt nog nader ingevuld.

Je kiest voor een vak dat aansluit op het masterprogramma Diergeneeskunde, Farmacie of SUMMA (Selective Utrecht Medical Master) of een ander vak dat je interessant vindt.

Het eindwerkstuk heeft als onderwerp een Societal challenge: de opdracht is een echt vraagstuk over (dier)gezondheid uit de samenleving. In samenwerking met de opdrachtgever uit de samenleving en met andere studenten ga je werken aan een oplossing voor het vraagstuk.