DGK-Onderwijs

De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is de enige instelling in Nederland die jonge mensen opleidt tot dierenarts. De opleiding bestaat uit een driejarige bachelor- en driejarige masteropleiding Diergeneeskunde. In de opleiding tot dierenarts staat de gezondheid en het welzijn van dieren, in relatie met hun omgeving, centraal.
De masteropleiding kent drie masterprogramma's. De masteropleiding leidt studenten op tot dierenartsen met een algemene bevoegdheid.
Internationale erkenning
De masteropleiding Diergeneeskunde leidt op tot dierenartsen met een algemene bevoegdheid. De masteropleiding Diergeneeskunde wordt erkend door Europese organisaties en de overkoepelende organen in de Verenigde Staten en Canada. Dit betekent dat afgestudeerde dierenartsen met hun diploma wereldwijd aan de slag kunnen.
Om af te studeren moet je aan de eindtermen van de opleiding Diergeneeskunde voldoen. De onderwijsfilosofie vormt het uitgangspunt:
- De didactische vormgeving van het programma stimuleert actieve verwerking van de leerstof.
- De student krijgt en draagt verantwoordelijkheid voor de eigen professionele en academische ontwikkeling.
- De voor de diergeneeskundige beroepsuitoefening (in de volle breedte) relevante context is uitgangspunt van het onderwijs.
- Er is voorzien in een goed en gedragen systeem van begeleiding, individuele feedback, beoordelingen en toetsing.
- Persoonlijk contact tussen studenten en docenten en tussen studenten onderling is een belangrijk kenmerk van het onderwijs.
- Binnen het programma wordt systematisch en expliciet aandacht besteed aan wetenschappelijke vorming en professioneel gedrag.
- Het onderwijsprogramma is inhoudelijk en didactisch samenhangend en consistent.
- De informatievoorziening over het onderwijsprogramma is helder en duidelijk.
Lees de toelichting op bovenstaande acht punten van de onderwijsfilosofie.
Eindtermen master Diergeneeskunde
In de eindtermen masteropleiding Diergeneeskunde (vastgesteld 11 september 2018) staat beschreven:
- Het profiel van een afgestudeerde masterstudent Diergeneeskunde
- De competentiedomeinen en competenties
De eindtermen zijn onderverdeeld in de volgende competentiedomeinen:
- Klinisch redeneren en besluitvorming
- Veterinaire expertise: individuele dieren
- Veterinaire expertise: dieren in populaties
- Veterinaire volksgezondheid
- Communiceren
- Samenwerken
- Persoonlijke ontwikkeling en professionele identiteit
- Ondernemerschap en praktijkmanagement
- Academisch denken en handelen
Competentie raamwerk en raamwerk VetPro
De eindtermen zijn geformuleerd op basis van het competentie raamwerk van de American Association of Veterinary Medical Colleges (AAVMC) en het binnen de Universiteit Utrecht ontwikkelde raamwerk van de Veterinair Professional (VetPro). De eindtermen voldoen aan de richtlijnen zoals gesteld door de European Association of Establishments for Veterinary Education (EAEVE), het European Coördination Committee for Veterinary Training (ECCVT), de American Veterinary Medical Association (AVMA) en het Royal College of Veterinary Surgeons (RCVS).
Strategische keuzes faculteit
De eindtermen zijn passend bij de internationale en nationale ontwikkelingen in de samenleving en het beroepsveld en de daarmee samenhangende strategische keuzes van de faculteit Diergeneeskunde (zie Facultair Strategisch Plan 2017-2021).
Competentieprofiel
In het competentieprofiel van de dierenarts zijn er zeven competentiedomeinen te onderscheiden:
Competentiedomeinen
1. Veterinair handelen
2. Communiceren
3. Samenwerken
4. Ondernemerschap
5. Gezondheid en welzijn
6. Wetenschappelijk handelen
7. Persoonlijke ontwikkeling
Lees meer over het competentieprofiel voor de veterinair professional.
Portfolio
Per domein ontvang je feedback en word je op gezette tijden beoordeeld. Je houdt met een elektronisch systeem (ePASS) een portfolio bij. Zo ontstaat een goed inzicht in de eigen competentieontwikkeling, nodig om succesvol als veterinair professional aan de slag te gaan. In het portfolio is ook ruimte voor een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP), waarvan je er tijdens het doorlopen van je programma meerdere maakt. Je formuleert SMART leerdoelen en een actieplan op basis van verzamelde feedback en reflectie. Je voert gesprekken met je tutor, die je POP’s valideert.
De beoordelingscommissie beoordeelt je portfolio tweemaal gedurende de master m.b.t. de ontwikkeling die je hebt doorgemaakt op de zeven competentiedomeinen.
E-portfolio
Na de bachelor vervolg je je professionele ontwikkeling in de master. Je reflecteert op je professionele ontwikkeling aan de hand van feedback van medestudenten en docenten ten aanzien van de zeven competentiedomeinen van het competentieprofiel van de dierenarts. Deze ontwikkeling en de bijbehorende leerdoelen voor de volgende periode leg je vast in het Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) in het e-portfolio. Zo maak je je ontwikkeling gedurende de opleiding zichtbaar.
Intervisie
Om je te ondersteunen in je ontwikkeling en je te stimuleren om je eigen leren ter hand te nemen en daarbij gebruik te maken van de kennis en ervaringen van medestudenten, is er, naast individuele gesprekken met een tutor, ook intervisie. Het doel is hetzelfde, namelijk reflectie op wat goed gaat, wat nog niet zo goed gaat, en op je eigen leerdoelen. De vorm is echter anders. Bij intervisie reflecteer je in een kleine vaste groep op ervaringen op de werkvloer. Na een viertal werkcolleges waarin je leert hoe je intervisie effectief uitvoert, kun je zelfstandig met een eigen groep doorgaan. Hierbij kunnen twee deelnemers in de groep desgewenst de opleiding tot intervisiebegeleider volgen.
Beoordeling en toetsing
De tutor begeleidt je ook in de master in je professionele ontwikkeling. De tutor geeft minimaal één keer per jaar een beoordeling ten aanzien van de competentie ‘persoonlijke ontwikkeling’ en legt dit vast in het e-portfolio.