FAQ master Diergeneeskunde
FAQ (Frequently Asked Questions) nieuwe master
Wat betekent de nieuwe master voor jou als student? We proberen hieronder zo goed mogelijk antwoord op te geven op jullie vragen. Het is de bedoeling dat op deze pagina steeds meer vragen en antwoorden te vinden zijn.
Onderwijsprogramma nieuwe master
Alle informatie over het studieprogramma en de opbouw van de masteropleiding vind je op deze pagina.
Aanmelden en loting voor de nieuwe master
Informatie over startmomenten en de aanmeldprocedure vind je op deze pagina.
Er zal dan worden geloot en vervolgens zal er worden doorgeplaatst. Op de pagina over de aanmelden voor de master kun je hier meer over lezen.
Mogelijkheden in de doorstroomtijd
De verwachte doorstroomtijd wisselt per startmoment. Bij sommige startmomenten kan de doorstroomtijd oplopen tot een jaar.
Nee. Als je niet staat ingeschreven voor een opleiding en geen collegegeld betaalt, ben je geen student.
Nee, afstudeersteun kan niet worden aangevraagd voor doorstroomtijd tussen twee opleidingen.
Nee, je inschrijving start vanaf de eerste van de maand waarin je begint met het volgen van het master onderwijs Diergeneeskunde. Vanaf dat moment ben je weer een ingeschreven en betalende student. Voor de plaatsing en daarbij horende inschrijving kun je geen onderwijs volgen.
Het volgen van cursussen aan een hoger-onderwijsinstelling kan alleen als je bij een instelling collegegeld betaald en dus staat ingeschreven. Als je onderwijs wilt volgen, zul je je moeten inschrijven voor een andere opleiding. Je kunt je niet eerder inschrijven voor de nieuwe master Diergeneeskunde.
Als je je voor een nieuwe bachelor inschrijft, terwijl je al een bachelordiploma Diergeneeskunde behaald heb, dan betaal je in de meeste gevallen het instellingstarief (wat een veel hoger tarief is dan het wettelijke tarief). Lees meer over collegegeld op de studentensite.
Tijdens een bachelor- of masteropleiding kun je cursussen volgen bij een andere opleiding. Of een tweede opleiding ernaast doen. Welke kosten er verbonden zijn aan je tweede opleiding, hangt onder andere af van het startmoment van je tweede opleiding en of je ononderbroken ingeschreven blijft voor de tweede opleiding.
Je leest hier meer over in het uitklapmenu ‘Tweede opleiding gestart voor afronding eerste’ op de studentensite en op de site van de Rijksoverheid. Zorg dat je goed op de hoogte bent van alle voorwaarden of vraag advies aan de studieadviseur.
Diverse instellingen bieden zogenaamd contractonderwijs aan. Als contractant betaal je alleen voor het stukje onderwijs dat je volgt. Bij de Universiteit Utrecht kun je op die manier bij diverse faculteiten tegen betaling losse cursussen (contractonderwijs) volgen. Je kunt echter ook bij andere instellingen terecht. De Open Universiteit biedt bijvoorbeeld naast volledige opleidingen ook korte studieprogramma’s en losse cursussen aan. Je betaalt in dat geval ook geen jaarlijks bedrag, maar een bedrag per cursus.
Als de gevolgde cursussen voldoen aan de randvoorwaarden dan kun je zodra je bent aangevangen met de nieuwe master een onderbouwd verzoek indienen bij de examencommissie of je op grond van deze cursussen in aanmerking komt voor een eventuele vrijstelling voor een cursus van de keuzeruimte.
Momenteel behoud je na afronding van je bachelor nog zes maanden toegang tot de systemen en dus ook tot je solis-mail. Meer informatie over je solis-ID en wat er gebeurt na uitschrijven lees je op de centrale studentensite. Deze zes maanden wordt de zogeheten grace periode genoemd. De Universiteit Utrecht gaat deze grace periode mogelijk in de toekomst verkorten. Houd de informatie op de studentensite in de gaten.
In principe wel. Op de site van de SSH (en in je contract) is het volgende te lezen: ‘Voor al onze kamers en een deel van de woningen geldt een zogeheten campuscontract. Met dit contract spreken we met je af dat je alleen in de betreffende woonruimte kunt wonen als je student bent. Als dit op jouw kamer of woning van toepassing is, dan controleren we jaarlijks of je nog studeert. Studeer je niet meer? Dan zeggen we je huurcontract op met een jaar opzegtermijn. Heb je een tussenjaar en kun je het jaar daarop weer een studiebewijs laten zien? Dan mag je in je kamer blijven wonen.’ Je kunt het nalezen op de website van de SSH, onder het kopje Veelgestelde vragen over huurder zijn, bij de vraag ‘Wat gebeurt er als ik niet meer studeer?’. Mocht je wegens de doorstroomtijd toch in woonproblemen dreigen te komen, neem dan contact op met de studieadviseur.
WUR studenten
Ja, studenten van de Wageningen University & Research (WUR) met een afgeronde bachelor Dierwetenschappen / Animal Sciences en de benodigde minor Basics in Veterinary Medicine die aan de vooropleidingseisen en selectiecriteria voldoen zijn algemeen toelaatbaar. Ze hebben dus evenveel kans om geplaatst te worden als studenten met een afgeronde Diergeneeskunde bachelor.
Alleen WUR studenten die in hun derde bachelor jaar zitten van de opleiding Animal Science kunnen deelnemen aan de Minor. Er zijn geen plannen om studenten die al zijn afgestudeerd toe te laten.
Inhoud, keuzes en logistiek in de master
In de master zijn de 40 weken onderwijs die je per jaar aangeboden anders verdeeld over het jaar dan bij de bachelor. Er zijn vijf onderwijsperiodes (er is ook een onderwijsperiode gedurende de zomermaanden). Iedere student heeft hierdoor ergens in het jaar een vrije periode van 10 weken of twee vrije blokken van 5 weken. Dit heeft ook te maken met de capaciteit van de klinieken. Bij sommige onderwijsonderdelen kunnen niet te veel studenten tegelijk deelnemen waardoor alle studenten op een moment een blok 'Geen Diergeneeskundig Onderwijs' hebben.
De inventarisatie helpt ons de studenten-instroom beter te reguleren. Je zit dan nergens aan vast, maar je kunt ook nergens rechten aan ontlenen.
Het is verstandig om je voorafgaand aan de master goed te oriënteren. Je moet al snel in het eerste jaar (na ongeveer 2 cursussen) je definitieve differentiatie-richting doorgeven.
In principe moet je de uniforme cursussen wel hebben gevolgd. Mis je door omstandigheden gehele blokken, dan bespreek je met de studieadviseur wat wel en niet kan. Zo kan je bijvoorbeeld niet starten aan de differentatie Gezelschapsdieren als je het basiscoschap Gezelschapsdieren door onvoorziene omstandigheden niet hebt kunnen volgen.
Het zal helaas niet altijd mogelijk zijn om de eerste keuze van je keuzecursussen te volgen. In dat geval zul je de keuzecursus van je tweede of derde keuze volgen of moet je er voor kiezen je planning te veranderen en te wachten op het volgende moment dat de cursus wordt aangeboden (houd er rekening mee dat je dan waarschijnlijk langer over de master zult doen).
Je volgt het junior extramuraal coschap in dezelfde richting als je gekozen differentiatie. De profileringsruimte biedt wel de mogelijkheid voor keuzecursussen in een andere diersoortrichting.
Ja, dat kan. Binnen de masteropleiding is een beperkte capaciteit voor studenten die een bepaalde differentie hebben gekozen. Mocht het zo zijn dat ineens veel meer studenten een bepaalde differentie kiezen, dan kan het zo zijn dat er niet voldoende capaciteit beschikbaar is om iedereen tegelijk het onderwijs te laten volgen en ontstaat er een wachttijd. Je kunt overwegen om een differentiatie te kiezen die niet jouw eerste voorkeur heeft om eventuele wachttijd te voorkomen. Welke differentiatie je ook kiest, iedereen wordt algemeen bevoegd dierenarts. Het voordeel van dit master-curriculum is dat er meer mogelijkheden zijn binnen de profileringsruimte om je breder te scholen dan op een diersoort.
Het is verstandig om je profileringsruimte goed te plannen om zo eventuele wachttijd te minimaliseren. Als je weet wanneer jouw vier differentiatiecursussen zijn ingeroosterd, kun je je persoonlijke profileringsruimte gaan inplannen (keuzecursussen en masterthesis).
Over de exacte planning voor het tweede en derde jaar van de master wordt je tijdens het eerste jaar geïnformeerd. We zullen uiteraard zoveel mogelijk rekening houden met voorkeursrichtingen. Het doel is natuurlijk om iedereen zo soepel mogelijk door het programma te laten stromen en dat de toewijzing op cursusonderdelen zo eerlijk mogelijk gaat. Het gebruik van een lotingsmechanisme (bijvoorbeeld bij cursusinschrijving via OSIRIS) is zeker niet ondenkbaar.