Regelingen en procedures
Voor iedere student geldt een aantal rechten, plichten, regelingen en richtlijnen. Hieronder vind je de regelingen en procedures die specifiek gelden voor studenten Diergeneeskunde.
De Onderwijs- en Examenregeling (O.E.R.) beschrijft de specifieke onderwijs- en examenregelingen voor de bacheloropleiding:
O.E.R voorgaande jaren:
Aan het einde van het eerste jaar krijgt elke student een bindend studieadvies (BSA). Het studieadvies geeft inzicht in de geschatte kans om succesvol de studie te doorlopen en is anderzijds een advies over de verdere weg door de opleiding.
Je ontvangt je officiële BSA per brief van de bachelor examencommissie aan het eind van het jaar. Het advies kan positief of negatief zijn. Het advies is negatief wanneer je aan het einde van het jaar minder dan 45 van de 60 EC (studiepunten) hebt behaald én je daarvoor geen bijzondere omstandigheden kan aandragen.
Tegenvallende studieresultaten? Trek op tijd aan de bel!
Overmacht
Een negatief BSA ontvang je niet zomaar. Als je door overmacht (zoals persoonlijke of medische omstandigheden) niet in staat bent geweest om voldoende studiepunten te halen, kun je in een brief of gesprek met de examencommissie uitleggen waarom je denkt de studie alsnog met succes te kunnen voortzetten. Zij wegen dit mee in hun advies. Het is belangrijk dat je in dit soort situaties zo snel mogelijk contact op neemt met je tutor en de studieadviseur, zodat zij op de hoogte zijn van de overmachtssituaties en met je mee kunnen denken.
Leren studeren
Het kan ook zijn dat je eerste studieresultaten tegenvallen omdat je moeite hebt met het maken van een goede studieplanning, leerstrategieën of het maken van tentamens. Ook in deze situaties is het verstandig contact op te nemen met je tutor en de studieadviseur, zodat zij je kunnen wijzen op de studiebegeleidingsmogelijkheden die er binnen de UU zijn.
De procedure
Er zijn tijdens het eerste jaar twee momenten waarop de bachelor examencommissie je studievoortgang bekijkt en je informeert over hun advies.
Het préadvies in januari is een voorlopig advies en geeft je een indicatie van je studieresultaten tot dan toe. Aan het eind van het eerste jaar ontvang je een brief van de examencommissie met een bindend positief advies of een voorgenomen negatief advies. Wanneer je een voorgenomen negatief advies ontvangt, volgt er een officiële procedure waarna de bachelor examencommissie overgaat tot een definitief negatief studieadvies óf een aangehouden bindend studieadvies.
Na afsluiting van de eerste twee cursussen van het 1e semester krijg je een preadvies. Dit advies is niet bindend, maar geeft een indicatie van je studievoortgang tot dan toe.
- Heb je geen van beide cursussen behaald?
De examencommissie raad je dringend aan om een afspraak in te plannen met je tutor en de studieadviseur om te bespreken waarom je studievoortgang achter blijft. Mogelijk neemt de studieadviseur zelf contact met je op. We spreken van een voorlopig negatief studieadvies. - Heb je één van de twee cursussen behaald?
Je ontvangt het advies om kritisch naar je studiemethoden te kijken en wordt geïnformeerd over de mogelijkheden van studiebegeleiding - Heb je beide cursussen behaald, dan ontvang je een voorlopig positief advies.
Je wordt ook geïnformeerd over de mogelijkheden van studiebegeleiding.
Ondersteuning en studiebegeleiding
De bachelor examencommissie wijst studenten in het préadvies graag op de mogelijkheden op het gebied van studiebegeleiding die er zijn binnen de UU. Een gesprek met je tutor of studieadviseur is meestal een goede eerste stap. Je kunt zelf een gesprek inplannen bij de studieadviseur. Zij kunnen je meer vertellen over alle mogelijkheden en je kunt ook bij hen ook terecht als je bijvoorbeeld twijfelt of je wel de juiste studie gekozen hebt of problemen thuis hebt die je studie beïnvloeden. Daarnaast kun je uiteenlopende cursussen en trainingen bij het Skillslab volgen om effectiever te leren studeren of je kunt overwegen gebruik te maken van de D.S.K.-Studiehulp (betaald). Ook hierover kan de studieadviseur met je meedenken.
Stoppen voor 1 februari?
Als je aan het eind van het eerste jaar een negatief BSA krijgt, mag je je vier jaar lang niet inschrijven voor Diergeneeskunde. Om dat te voorkomen, zou je kunnen besluiten vóór 1 februari te stoppen met Diergeneeskunde als je een negatief préadvies hebt gekregen. Het voordeel hiervan is dat er geen BSA zal worden afgegeven en je in het studiejaar daarop opnieuw aan dezelfde studie kan beginnen. De studieadviseur zal studenten die in januari nog weinig studiepunten hebben gehaald oproepen voor een gesprek en deze opties bespreken.
Vanaf 1 juli 2024 controleert de examencommissie met regelmaat de studievoortgang. Zodra je voldoet aan de BSA norm en dus 45 studiepunten hebt behaald, ontvang je zo spoedig mogelijk een schriftelijk positief bindend studieadvies.
Nadat alle resultaten van de herkansingen bekend zijn ontvangen studenten die dan niet voldoen aan de norm een voornemens negatief bindend studieadvies. Naar aanleiding van dit advies word je in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden door de bachelor examencommissie.
Voornemens negatief studieadvies
Als je een voornemens negatief bindend studieadvies hebt ontvangen maar er sprake van overmacht is geweest tijdens je studie, doorloop je de volgende procedure:
- Schrijf een brief. Hierin zet je uitéén waarom je van mening bent dat je de studie zou moeten kunnen voortzetten en leg je uit hoe het komt dat je over het afgelopen jaar niet voldoende studiepunten hebt behaald. Vul de motivatie, indien mogelijk, aan met (medisch) bewijs. De brief dien je uiterlijk 14 augustus in bij de ambtelijk secretaris van de bachelor examencommissie via examencommissie.ba.vet@uu.nl. Stuur je brief en eventueel bewijs niet als bijlage van de mail maar maak gebruik van SURFfilesender.
- Naar aanleiding van de brief bepaalt de bachelor examencommissie of de motivatie voldoende is om tot een aangehouden studieadvies te besluiten. Indien de bachelor examencommissie naar aanleiding van de brief nog vragen heeft, wordt je uitgenodigd voor een hoorzitting.
Het kan ook zijn dat je naast het schrijven van de brief zelf de wens hebt om de bachelor examencommissie persoonlijk te spreken. Dat is uiteraard mogelijk. Geef dit dan duidelijk aan in je brief. - Na de hoorzitting ontvang je een definitief negatief studieadvies óf een aangehouden studieadvies. Raadpleeg voor meer informatie de OER.
Krijg je een negatief Bindend Studie Advies (BSA), dan mag je gedurende vier jaar niet ingeschreven staan als student Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht.
De hoorzittingen voor het studiejaar 2023-2024 zijn gepland op onderstaande data in augustus. Zorg ervoor dat je deze data vrijhoudt.
- 26 augustus 2024
- 27 augustus 2024
De officiële regels nalezen?
De BSA procedure is in zijn geheel terug te vinden in de OER artikel 7.4.
Heb je een qua inhoud en niveau een overeenkomstig onderdeel van een universitaire opleiding voorafgaand aan de start van de bachelor opleiding Diergeneeskunde voltooid? Dan kom je misschien in aanmerking voor een vrijstelling.
- Een verzoek tot vrijstelling voor een cursus uit semester 1 moet uiterlijk 1 oktober worden ingediend bij de bachelor examencommissie. Voor cursussen die later in het jaar worden gegeven dient het verzoek voor vrijstelling uiterlijk 8 weken voor aanvang van de cursus te worden ingediend.
- Bij een verzoek voor vrijstelling van de thesis dien je een eerder uitgevoerde literatuurstudie mee te sturen. Aanvullende eisen staan in de Onderwijs- en Examenregeling bachelor opleiding Diergeneeskunde onder Regelingen en procedures.
Vrijstelling aanvragen
Voor het indienen van een verzoek voor vrijstellingen maak je gebruik van Osiris Zaak.
- Ga naar Osiris (uu.nl/osirisstudent)
- Druk op Zaken
- Druk op de knop ‘Start een nieuwe zaak’
- Kies voor DGK-Vrijstelling-aanvraag
Voor vragen over de procedure in zaak kan je terecht bij de ambtelijk secretaris van de bachelor examencommissie.
Heb je inhoudelijke vragen over een verzoek voor vrijstellingen, dan kun je terecht bij de studieadviseur.
Let op! Eerstejaars studenten
In je eerste jaar val je onder het Bindend Studie Advies (BSA). Dat betekent dat je 45 EC moeten halen. Studiepunten verkregen uit vrijstellingen tellen niet mee voor het BSA.
Als je een functiebeperking hebt, kun je speciale voorzieningen en begeleiding aanvragen.
Bij een functiebeperking kun je denken aan:
- Dyslexie
- AD(H)D
- Een chronische ziekte (o.a. ziekte van Crohn, diabetes, astma, reuma, ME/CVS, RSI/CANS)
- Visuele, auditieve en motorische beperkingen
- Een autismespectrumstoornis (ASS)
- Chronische psychische problematiek (o.a. chronische depressie)
Voorziening aanvragen
Er zijn verschillende soorten voorzieningen:
- Begeleiding en advies
Loop je tegen een probleem aan of zoek je persoonlijk advies? Je kunt terecht bij bijvoorbeeld je studieadviseur, een studentenpsycholoog, een studentendecaan of je tutor. - Praktische onderwijs- en tentamenvoorzieningen
Je kunt via OSIRIS Student (tabblad Zaken > Aanvraag voorzieningen) een verzoek voor onderwijs- en toetsvoorzieningen indienen. Een voorbeeld is extra tijd bij tentamens. Heb je al voorzieningen aan de UU? Dan hoef je geen verzoek in te dienen via OSIRIS. Je voorzieningen worden dan door de opleiding in OSIRIS geregistreerd. Als je vragen hebt over praktische onderwijs- en tentamenvoorzieningen kun je contact opnemen met de studieadviseur. - Financiële voorzieningen
Loop je (ondanks eventuele praktische aanpassingen en begeleiding) onverhoopt toch studievertraging op? Er zijn verschillende financiële voorzieningen waarvoor je mogelijk in aanmerking komt.
Meer informatie
Neem bij vragen contact op met de studieadviseur.
Ook vind je uitgebreidere informatie op de UU-pagina Studeren met een functiebeperking.
De faculteit Diergeneeskunde hecht waarde aan het professioneel handelen van studenten en medewerkers. Hierbij gaat het niet alleen om veterinair-technisch handelen, maar ook om professionele verantwoordelijkheid ten aanzien van dierenwelzijn.
Als wettelijke of ethische kaders overschreden worden
Binnen het onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg, kun je geconfronteerd worden met gedrag van diereigenaren, medewerkers, docenten of medestudenten dat de grens van wettelijke of ethische kaders overschrijdt als het gaat om dierenwelzijn. Als zoiets gebeurt, is het belangrijk dat je dit eerst aankaart binnen de eigen onderwijssituatie en bespreekbaar maakt met je docent of tutor. Maar soms biedt dit geen oplossing en blijf je in een lastige situatie zitten. In dat geval kun je terecht bij het Meldpunt ‘Professioneel handelen en Dierenwelzijn’.
Vertrouwenspersoon ‘Professioneel handelen en Dierenwelzijn’
Bij het meldpunt werkt een vertrouwenspersoon, Nienke Endenburg, die jouw melding strikt vertrouwelijk zal behandelen. Samen met het reflectieteam, zal zij op zoek gaan naar een oplossingsstrategie voor jouw ingebrachte dilemma. Je melding wordt overigens anoniem behandeld, je naam is alleen bekend bij de vertrouwenspersoon. Je ontvangt altijd mondeling of schriftelijk een terugkoppeling van wat er met je melding is gebeurd.
Hoe breng ik een melding in?
Je kunt op de volgende manieren in contact komen met het meldpunt en aangeven dat je een melding wilt doen:
- Per e-mail: n.endenburg@uu.nl
- Langsgaan bij de kamer van de vertrouwenspersoon van dit meldpunt, Nienke Endenburg (faculteit Diergeneeskunde, Yalelaan 2, Nieuw Gildestein, kamer 0.34)
De vertrouwenspersoon zal je vervolgens uitnodigen voor een persoonlijk en vertrouwelijk gesprek. Tijdens dit gesprek kun je je melding doen en deze verder toelichten. De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht.
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag
Heb je als student te maken met ongewenst gedrag, bijvoorbeeld als er sprake is van intimidatie of seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld of pesten. Je kunt terecht bij de studieadviseur van jouw opleiding of contact opnemen met de zogenoemde vertrouwenspersonen ongewenst gedrag.
Vertrouwenspersonen ongewenst gedragTijdens practica en coschappen in de opleiding Diergeneeskunde gelden kleding- en hygiënevoorschriften. Deze voorschriften zijn er voor om hygiënisch en beschermd te kunnen werken en zo het risico op (micro) biologische besmetting van dier naar mens (zoönosen), van dier naar dier en tussen mensen te verlagen.
Kleding en hygiëne
- Hygiënesluizen (nat of droog) waar van kleding en schoeisel gewisseld moet worden, zijn een vorm van een hygiënemaatregel.
- (Bedrijfs)kleding dient altijd schoon te zijn en adequate bescherming te bieden.
- Er moet worden gewerkt met ontblote (onder)armen die zijn ontdaan van sieraden, horloges, bandjes enzovoorts, zodat zorgvuldig reinigen en adequaat ontsmetten van handen en armen mogelijk is.
- Ten behoeve van de communicatie dient het gezicht onbedekt te zijn, behoudens tijdens coschappen waarbij een bedekking van hoofd en of gezicht veterinair-technisch vereist is. (Aspirant-)studenten die op basis van geloof of anderszins een probleem hebben met onbedekte lichaamsdelen zoals hierboven omschreven, dienen zich te realiseren dat van de genoemde veterinairtechnische hygiëne- en kledingvoorschriften onder geen beding kan worden afgeweken.
- Daarnaast is het van belang dat je bij aanvang van een practicum of coschap eventuele allergieën of medische omstandigheden (zoals zwangerschap, gemakkelijk flauwvallen, blessures) meldt bij de docent, zodat hulpmiddelen kunnen worden aangereikt en (waar mogelijk) rekening kan worden gehouden met de lichamelijke conditie van de student.
Deze regels gelden zowel tijdens practica en coschappen op het faculteitsterrein als tijdens het extern onderwijs op bedrijven, waar dieren worden gehouden, die men bezoekt in het kader van de opleiding.
Hieronder vind je een antwoord op vragen op het gebied van schade en verzekeringen in het kader van het onderwijs bij de faculteit Diergeneeskunde.
Kanttekening: de concrete omstandigheden van een voorval bepalen of iemand (volledig) schadeplichtig is/recht op schadevergoeding heeft of niet. Onderstaande tekst schetst een algemeen beeld en je kunt hieraan geen rechten ontlenen.
Aansprakelijkheidsverzekering
De UU heeft voor alle studenten die een stage lopen (zoals bijvoorbeeld het extern onderwijs van de opleiding Diergeneeskunde) een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Op deze pagina vind je meer algemene informatie over stage lopen. Hier vind je ook model-stageovereenkomsten en een 'Statement of insurance'.
Van de externe dierenartspraktijken mag verwacht worden dat zij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven hebben.
Maatregelen om schade te voorkomen
Het is belangrijk dat je maatregelen neemt ter voorkoming van schade. Denk bijvoorbeeld aan het dragen van een witte jas (ter voorkoming van schade aan kleding) en het vermijden van hangsieraden (zoals oorbellen) tijdens het werken met dieren.
Melding schade en afhandeling
Een schadegeval moet schriftelijk worden gemeld bij de manager bedrijfsvoering van het onderdeel waar de schade heeft plaatsgevonden of onder wiens gezag de stage wordt uitgevoerd. De melding bevat een verslag van het gebeurde met naam en toenaam van de betrokkenen en vermeldt de aard en de omvang van de schade (middels nota’s). Het verslag dient ondertekend te worden door de persoon die de schade heeft geleden. In het geval van een aansprakelijkheidsstelling van de faculteit/UU zal de verzekeraar van de faculteit/UU uitspraak doen over de te vergoeden schade. In de andere gevallen beslist de mandataris van de faculteit of er wordt overgegaan tot het vergoeden van de schade.
Verzekeringen die een student wordt geacht zelf af te sluiten
Als student Diergeneeskunde loop je risico’s die inherent zijn aan je studie. Wil je zo min mogelijk risico lopen, dan is het zaak om je goed te verzekeren. Wij gaan ervan uit dat alle studenten in elk geval zelf een Ziektekostenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) hebben afgesloten. We adviseren daarnaast alle studenten een ongevallenverzekering af te sluiten. Een ongevallenverzekering kan nuttig zijn in het geval de student tijdens het onderwijs of de stage letselschade oploopt waarvoor de faculteit, externe dierenarts en/of de eigenaar van het dier niet (geheel) aansprakelijk is.
Situaties die zich bij een externe stage / extern onderwijs kunnen voordoen:
- Student veroorzaakt schade aan een derde. Hiervoor heeft de UU een aansprakelijkheidsverzekering, die alleen dekking biedt in het geval de student aansprakelijk is (er geldt een hoog eigen risico en ook zijn er zaken uitgesloten).
- Student loopt zelf schade op, bv. tijdens de behandeling van een dier. Het kan zijn dat de stagebieder (dierenarts/externe dierenartspraktijk) aansprakelijk is, maar het kan ook zijn dat de eigenaar van het dier aansprakelijk is. Het kan zelfs zo zijn dat beiden niet aansprakelijk zijn. Daarom wordt geadviseerd (i.v.m. letselschade) een ongevallenverzekering en een ziektekostenverzekering af te sluiten. Als de student geringe schade aan kleding e.d. oploopt, waar de stagebieder of de eigenaar van het dier aansprakelijk voor is, vergoedt de faculteit dit (volgens een bepaalde berekening van de waarde). De faculteit doet dit om de relatie met de stagebieder c.q. de eigenaar van het dier goed te houden. Andere dan geringe schade wordt niet door de faculteit vergoed.
De student zal deze schade wel moeten melden (zie meldingsprocedure) bij de faculteit en bij zijn verzekeraar (als het om schade gaat waar hij voor verzekerd is). De faculteit zal de student z.s.m. op de hoogte brengen wat de verdere procedure is.
Juni 2023
Tijdens de opleiding krijg je te maken met vertrouwelijke informatie. Je hebt een geheimhoudingsverplichting; ben je hiervan bewust en handel als zodanig. Zie voor de regelgeving over geheimhouding en het omgaan met vertrouwelijke informatie de Bachelor Diergeneeskunde Onderwijs- en ExamenRegeling (O.E.R.).
In de studiewijzers van de afzonderlijke cursussen en lijnen van de bachelor kun je lezen welke onderdelen van een cursus verplicht zijn. Vaak zijn practica een verplicht onderdeel van een cursus of lijn. Als je door overmacht verhinderd bent om bij een practicum aanwezig te zijn, moet je jezelf afmelden via onderstaand formulier.
Meld je zo spoedig mogelijk af nadat bekend is dat je niet aanwezig kunt zijn:
- Het formulier kun je direct invullen zodra het rooster bekend is.
- Mocht het voorkomen dat je vlak voor het practicum ziek wordt, dan moet je ook het formulier invullen.
Let op: als in de studiewijzer staat aangegeven dat je jezelf ook moet afmelden bij de cursus- of lijncoördinator en/of het secretariaat van het betreffende departement, dan moet je dit ook doen!
Je neemt deel aan het onderwijs conform de onderwijsindeling. Je kunt niet van groep veranderen, tenzij er een geldige reden is om van groep te ruilen met een medestudent. Als je een medestudent hebt gevonden die bereid is tot ruilen, dien je bewijs van wederzijds akkoord tot ruilen mee te nemen naar het betreffende onderwijsmoment en laat dit zien aan de aanwezige docent. Indien er een presentielijst of aanwezigheidscontrole is, geef dan duidelijk aan geruild te hebben en met wie. De docent kan je toegang tot het onderwijsmoment weigeren als je onrechtmatig aanwezig bent.

Je UU-cijfers in het buitenland
Om voor buitenlandse universiteiten onze cijfers inzichtelijk te maken gebruikt de UU de Grading Tables:
- een tabel voor bachelorcursussen en
- een tabel voor mastercursussen.
In deze tabellen staat de frequentieverdeling van de cijfers die aan onze universiteit gegeven worden. Je ziet hoeveel procent van alle voldoende cijfers die in de afgelopen 3 jaar zijn toegekend afgerond een 6,0 was, een 6,5, een 7,0, enzovoort. De Grading Tables worden afgedrukt op het Internationaal Diploma Supplement van alle afgestudeerden met een afstudeerdatum vanaf 1 september 2017. Je krijgt naast de Grading Tables ook een gemiddelde op je diplomabijlage op de tienpuntsschaal.
Wat zijn de Grading Tables niet?
Bij de Grading Tables kun je niet zien of je tot de top 10% (of een ander percentage) van je opleiding behoort. Ook gaan de tabellen niet over het gewogen gemiddelde en niet (alleen) over jouw medestudenten.
De meest recente Grading Tables
Cijfer | Percentage |
---|---|
6,0 | 18.58% |
6,5 | 17.38% |
7,0 | 20.21% |
7,5 | 19.17% |
8,0 | 13.72% |
8,5 | 7.10% |
9,0 | 2.81% |
9,5 | 0.81% |
10,0 | 0.22% |
Cijfer | Percentage |
---|---|
6,0 | 8.83% |
6,5 | 10.02% |
7,0 | 17.07% |
7,5 | 22.21% |
8,0 | 22.20% |
8,5 | 12.49% |
9,0 | 5.50% |
9,5 | 1.28% |
10,0 | 0.40% |
Grading Tables vervangen het Grade Point Average
Tot 1 september 2017 gebruikten we als UU het Grade Point Average (GPA) om onze cijfers voor het buitenland inzichtelijk te maken. Dit is een vierpuntsschaal waarop veel Angelsaksische universiteiten hun gewogen gemiddelde uitdrukken. Een toelichting hierbij is echter altijd nodig. De normering van het GPA verschilt namelijk per (internationale) universiteit.
Plagiaat is het overnemen van andermans werk zonder behoorlijke verwijzing en is een vorm van fraude. Bij constatering van fraude of plagiaat kan de examencommissie van de opleiding sancties opleggen. De sterkste sanctie die de examencommissie kan opleggen is het indienen van een verzoek aan het College van Bestuur om een student van de opleiding te laten verwijderen.
Op de pagina Fraude en plagiaat vind je nadere uitleg wat er onder fraude en plagiaat wordt verstaan en een aantal concrete voorbeelden.
Ben je het niet eens met de manier waarop je behandeld bent door een medewerker van de universiteit, of met een beslissing die ten aanzien van jou genomen is, dan kun je daar wat aan doen. Je kunt een klacht, een bezwaar of een beroep indienen.
Zie voor uitleg over de verschillen en welke procedure je moet doorlopen de pagina Klachten, bezwaar en beroep.
De Universiteit Utrecht verwerkt een groot aantal persoonsgegevens. Op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is de Universiteit er verantwoordelijk voor dat er op de juiste manier met persoonsgegevens wordt omgegaan.
Zie ook de privacyverklaring van de Universteit Utrecht over het gebruik van cookies en het meten van aantallen bezoekers op onze websites.
Het studentstatuut bevat alle rechten en plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Lees hier het Studentenstatuut en de bijbehorende regelingen.